Meer tijd nodig voor BZV in Brabant

Praktisch gezien is het niet haalbaar om in 2022 de maatregelen van het Brabantse maatregelenpakket Zorgvuldige Veehouderij (BZV) in te voeren. Verlenging van de termijn is nodig, vindt Linda Janssen, voorzitter van de Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV). Ze roept het nieuwe college van Gedeputeerde Staten op tot aanpassingen.

Om tijdig te kunnen voldoen aan de BZV is het nodig dat varkenshouders al voor het einde van dit jaar een omgevingsvergunning hebben aangevraagd. Om de gewenste ammoniakreductie van 85 procent te behalen, kunnen varkenshouders dan alleen kiezen voor een luchtwasser. Terwijl er momenteel juist vraagtekens zijn bij de werkelijke uitstoot van luchtwassers en de effecten op geurreductie.

Nieuwe systemen

Varkenshouders worden volgens de POV dan ook gedwongen om een vergunning aan te vragen voor systemen die niet aan de eisen van de BZV voldoen. Er zijn momenteel wel nieuwe stalsystemen in ontwikkeling die de emissie aanpakken bij de bron en waarmee het doel van de BZV wel mogelijk lijkt te zijn. Die systemen zijn echter nog niet erkend en nog niet op de markt. Varkenshouders kunnen die systemen nog niet in hun vergunningaanvraag gebruiken.

“Als het nieuwe college vasthoudt aan de termijn die het vorige college heeft ingevoerd, worden varkenshouders gedwongen veel geld uit te geven aan systemen die meteen erna weer afgekeurd zullen gaan worden omdat de provincie Noord-Brabant de werking onvoldoende vindt. Dit zou een absurde situatie zijn en dit mag niet gebeuren”, aldus Janssen. Zij hoopt dat de partijen die deelnemen aan de formatieonderhandeling dit inzien en hier bij het nieuwe coalitieakkoord rekening mee houden.