Varkenshouders die een vergunning hebben aangevraagd op basis van het Programma Aanpak Stikstof (PAS), staan met lege handen. De Raad van State vindt dat er vooraf wetenschappelijk bewijs moet zijn dat de stikstofuitstoot op natuurgebieden daalt. Omdat dit bewijs ontbreekt is er op 29 mei een streep gezet door alle lopende vergunningaanvragen op basis van de PAS.
De provincies en het ministerie van LNV beraden zich over deze uitspraak van de Raad van State. Ook POV en LTO Nederland zullen met het ministerie en gemeenten in overleg treden. De POV en LTO zijn teleurgesteld over de uitspraak van de Raad van State. Volgens hen zit er in het advies van het Europees Hof meer ruimte dan de Raad van State nu geeft. Daar zullen de organisaties op inzetten bij het overleg met de betrokken partijen. Waarschijnlijk komt er binnen enkele weken meer duidelijkheid over. Tot dan worden er geen nieuwe vergunningen verleend door de provincies.
Bewijs ontbreekt
Het Europese Hof van Justitie bracht in november een advies uit over de toepassing van de PAS. Op zich is de regeling wel toegestaan vindt het Europese Hof, maar dan moet er vooraf zijn bewezen dat er door maatregelen bij nieuwbouw van een stal ook een verlaging van de stikstofdepositie op een natuurgebied ontstaat. De Raad van State oordeelt nu dat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs is dat er ook werkelijk minder stikstofdepositie is. Bovendien maakt de PAS gebruik van maatregelen die achteruitgang van die gebieden voorkomt. Ook dat mag niet. De onderbouwing van het PAS deugt niet en de Raad van State zet een streep door huidig en toekomstig gebruik van het PAS. Er zal eerst wetenschappelijk bewijs moeten komen voordat de Pas weer toegepast mag worden. Het schrappen van het PAS heeft ook consequenties voor weidegang en bemesting bij natuurgebieden, maar ook voor bijvoorbeeld een aantal wegenbouwprojecten.
Vergunningen op de tocht
Door de uitspraak van de Raad van State gaat er per direct een streep door tien vergunningaanvragen in Brabant, Limburg en Gelderland. Dit zijn vergunningen die zijn aangevraagd na 1 juli 2015. Daarnaast staan nog 180 andere vergunningen die een aanvraag hebben gedaan op basis van het PAS op de tocht. Indien bij deze aanvragen de uitstoot naar een natuurgebied stijgt, is de kans heel klein dat ze nog een vergunning krijgen. Het merendeel van deze vergunningen betreft veehouderijbedrijven.
Onherroepelijke vergunning
Vergunningen die al onherroepelijk zijn verleend – dat zijn vergunningen die niet meer bij de rechter of Raad van State voorliggen – blijven gelden. De bedrijven mogen doordraaien, of doorgaan met bouwen. “Veehouders die een PAS-melding hebben gedaan en daarop hun vergunning baseren, hebben daar niets aan”, zegt Chris van der Heijden van Van Dun Advies. “Ze moeten alsnog beschikken over een vergunning in het kader van de Wet Natuurbescherming. Als de uitstoot naar een natuurgebied is gestegen zullen ze dat lastig kunnen verkrijgen. Voor varkenshouders die luchtwassers hebben geplaatst waardoor het bedrijf als geheel minder uitstoot gaat dat mogelijk wel lukken.”
Extern salderen
Voor het verkrijgen van vergunningen kunnen bedrijven volgens Van der Heijden waarschijnlijk gebruik gaan maken van extern salderen. Extern salderen houdt in dat ammoniak van stoppende bedrijven kan worden gebruikt om een toename van depositie op het natuurterrein te compenseren. Hiervoor dienen berekeningen te worden gemaakt om de effecten inzichtelijk te maken. Deze methode was voorafgaand aan de PAS onder voorwaarden ook mogelijk. De Raad van State geeft wel aan dat er een aantal extra voorwaarden gelden bij het extern salderen. Het stoppende bedrijf moet aan een aantal voorwaarden voldoen.
• zijn gestopt vóór 1 juli 2015,
• of op 1 juli 2018 nog in bedrijf zijn,
• of binnen 1 km van een Natura2000-gebied liggen.