Kiezen voor zekerheid

De 28-jarige Coen Ter Keurs uit Zenderen is een van de vermeerderaars in het ketencollectief het Wroetvarken. Sinds februari 2018 produceert hij wroetbiggen met zijn 300 TN50-zeugen. Hij kiest met het concept voor een zekerdere en kleurrijkere toekomst.

Met op allerlei fronten waarde toevoegen aan zijn varkens en familiebedrijf verwacht Ter Keurs zeugenhouder te kunnen blijven. “Op kostprijs kan ik niet mee met de reguliere markt met dit tussen twee woonkernen gelegen zeugenbedrijf. Maar deelnemen aan het Wroetvarken betekent wel het eigen belang opzij zetten voor het gezamenlijke ketenbelang”, zegt hij. “Dus inclusief de zelfstandige slagers die wroetproducten aan hun klanten moeten verkopen. Niet alleen het wroetverhaal moet kloppen, ook de vleeskwaliteit moet constant top zijn. Daar wil ik ook voor zorgen.”

Interactie met slager en consument

Het verhaal achter het Wroetvarken zit bij Ter Keurs goed tussen de oren. En het leuke is dat hij als wroetboer ook af en toe bij slagerijen erover mag vertellen. Met een magneetbord met het Wroetvarken-logo op zijn auto gaat hij dan gekleed in een wroetvarken-bloes een dagje op pad. “Interactie met de slager, zijn medewerkers en hun klanten en de wroetvleesproeverij verrijkt mijn werk als zeugenhouder. Mensen krijgen een gezicht bij het vlees en ik weet waarvoor ik het doe”, licht hij toe. “Met collega’s, de voerleverancier, de slachterij en de grossiers heb ik ook veel meer contact dan voorheen. Toen was ik een anonieme vermeerderaar en ging op in de massa.”
Met de overgang op het Wroetvarken-concept verliep soepel. Zijn zeugenbedrijf voerde al een ster van het Beter Leven-keurmerk. De TN50-zeugen moest hij gaan insemineren met een speciaal voor het concept geselecteerde TN Tempo-eindbeer. GMO-vrij voer komt van CAV Den Ham. Luzernestro gebruikt hij als extra verrijkingselement bij de gespeende biggen. Het specifieke wroetelement, hokken met strooiselvloeren, en het houden van biggen in grote groepen, is niet op zijn bedrijf te vinden. “Bij een bestaand bedrijf moet je dealen met de ruimte die er is en planmatig ontwikkelen naar de gewenste situatie. Ofwel: kraamzeugen vrijloop geven en gespeende biggen houden in grote groepen op strooisel. Maar belangrijke zaken zoals genetica en voeding zijn meteen geüniformeerd”, benadrukt Ter Keurs. “Daarnaast ben ik gestart met het vergroten van de biodiversiteit op mijn erf. Boeiende materie en het maakt de boel kleurrijker.”

Ontwikkelen lastig

Bijzonder vindt Ter Keurs dat de productie van wroetvlees de afzet niet kan bijhouden. “De bouw van nieuwe wroetstallen is broodnodig om het concept verder te ontwikkelen. Helaas is vergunningverlening op steeds meer plekken een lastig te nemen horde.”

Bekijk ook de beeldreportage.
En lees zijn relaas in Varkens.nl 09.