Dieren verplaatsen forse risicofactor PRRS

De onderzoekers hebben van tweeduizend bedrijven de gegevens over de verplaatsingen van de varkens verzameld. De onderzoekers hebben zich gericht op het verplaatsen van speenbiggen, tien-weekse biggen of fokdieren tussen de bedrijven. Daaruit blijkt dat een varkensbedrijf in zes maanden tijd gemiddeld met vijf andere bedrijven contact heeft via transport van dieren.

In het meest extreme geval in dit onderzoek was er een bedrijf met maar liefst 650 contacten in zes maanden tijd. Bedrijven met de meeste contacten waren zowel fokbedrijven, maar ook vermeerderaars met een speenbiggenlocatie. Vandaar gaan de biggen dan op tien weken leeftijd weer naar meerdere vleesvarkenslocaties. Daarnaast werd gekeken welke contacten een varkensbedrijf had met bedrijven uit de omgeving.

De contactstructuur werd op meerdere manieren in beeld gebracht. Via een analyse van het sociale netwerk, maar ook via een vergaande analyse van het PRRS-virus. Via sequensen werd daarbij de complete genetische volgorde van het virus in beeld gebracht, zodat verbanden goed vastgesteld konden worden.

Aanvoer grotere risicofactor

Uit het onderzoek blijkt dat tot een kilometer of 5 de nabijheid van andere varkensbedrijven een risico vormt voor een PRRS-besmetting. De kans dat het bedrijf besmet raakt, is dan 2,7 keer groter dan zonder buren. Boven de 5 kilometer afstand neemt het risico flink af. Contact via aanvoer van dieren is echter altijd een minimaal 4,1 keer groter risico dan zonder contact.

Er is in het onderzoek niet gekeken naar het risico van contacten via de afvoer van de vleesvarkens. Onderzoeker Kim VanderWaal geeft desgevraagd aan dat dit zeker een risicofactor is, zoals bleek bij de verspreiding van PED in de Verenigde Staten. Via medewerkers op het slachthuis is door niet goed gereinigde vrachtwagens het virus verspreid. Bij PRRS kunnen vrachtwagens die niet goed gereinigd zijn van mest of speeksel zeker ook een risicofactor zijn.

Contact via chauffeurs voorkomen

Aanvoer van dieren is op de meeste varkensbedrijven niet helemaal uit te sluiten. Om het risico te beperken, moet de biosecurity goed tegen het licht worden gehouden. Volgens VanderWaal is het bijvoorbeeld nodig om contact via de chauffeurs te voorkomen.

Als ze het bedrijf binnenkomen, is douchen en omkleden ook voor hen nodig, net als voor de medewerkers van het bedrijf geldt. De vrachtwagens moeten tussen ieder transport gereinigd en gedesinfecteerd worden.

Bedrijven zouden verder moeten weten wat de PRRS-status is van het bedrijf waar ze dieren van aankopen. Verder adviseert de onderzoeker om ook de PRRS-status te kennen van bedrijven in de buurt om besmetting met PRRS via deze weg zoveel als mogelijk te beperken.