Blijvers hongerig houden

Uit cijfers van het CBS blijkt dat tussen 2019 en 2020 meer dan 10 procent van de varkensbedrijven is gestopt. Het totale aantal varkens is op hetzelfde niveau gebleven. Zo’n vergelijkbare krimp in aantal bedrijven gaan we dankzij de warme saneringsregeling opnieuw meemaken.

Deelnemende varkenshouders in de varkensrijkste regio’s kiezen voor het geld voor hun geuroverlast bezorgende varkens. Het gevolg van deze warme stoppersronde zal komend jaar ook te zien zijn aan de omvang van de varkensvleesproductieketen. De schatting is dat een op de tien varkenshouders het veld blijvend gaat ruimen. In het kielzog van deze afbouwende varkenshouders krijgen toeleverende en verwerkende bedrijven te maken met dalende omzetten.

Deze door overheidsingrijpen veroorzaakte krimp mag in mijn ogen niet uitdraaien op een structurele onbalans. Daarom moeten we de toekomstgerichte ondernemers in de varkenshouderij zeker niet vergeten. Deze groep blijvers wordt steeds kleiner, terwijl vanuit allerlei hoeken druk op de varkenssector wordt uitgeoefend. Het zijn moedige en slimme ondernemers die hun schouders eronder blijven zetten.

Hun honger om te ondernemen in de varkenshouderij mag niet worden gestild. Ze moeten ruimte krijgen om te vernieuwen en te ontwikkelen, zodat ze kunnen inspelen op wensen uit de markt en de maatschappij. Het door de aderen stromen van hun ondernemersbloed moet worden gestimuleerd door de focus te verleggen naar vernieuwingsdrang en innovaties. Dat geldt ook voor bedrijven in de periferie. Zo veranderen we samen naar een vitale varkenshouderij. Een lonkend nieuw, structureel vitaal sectornormaal kan blijvers hongerig houden.

Jos Thelosen Varkensredacteur