Lambère van de Ven: 'Stoppen is een optelsom'
De effecten van de saneringsregeling zullen in 2021 steeds zichtbaarder worden. Honderden locaties met varkens gaan verdwijnen, waaronder het zeugenbedrijf van Lambère van de Ven in het Brabantse Vinkel. 'Het was niet de vraag of ik ging stoppen maar wanneer. Helaas wel iets te vlug.'
Van de Ven is een van de deelnemers aan de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen. 'Ik moet ophangen, ze komen biggen laden', zegt hij tijdens het maken van een afspraak. 'Maar zolang de vijftien zeugen de voersilo nog niet leeg hebben gegeten, ben ik nog zeugenhouder.'
Een week later vindt het interview plaats en is de Brabander zeugenhouder af. Er liggen nog zeshonderd biggen in de opfokafdelingen en de lege stallen zijn allemaal zuiver gespoten. Op het erf liggen voerdosators netjes opgestapeld. 'Ik heb altijd gezegd varkenshouder te blijven zolang ik moet werken, maar het is toch anders gelopen', vertelt de 52-jarige ondernemer. 'Het is een optelsom van factoren waarom we besloten deel te nemen aan die regeling.'
Gebrek aan perspectief
De belangrijkste reden om nu al te stoppen, is het gebrek aan perspectief op de huidige locatie. Het bedrijf is omgeven door lintbebouwing, het ligt in een extensiveringsgebied en het investeren in het emissiearm maken van alle stallen is te kostbaar. 'Dat geld kan ik met een op slot zittend bedrijf niet snel genoeg terugverdienen', stelt Van de Ven. 'En een opvolger om de varkenstak voort te zetten is er niet. Dus het was niet de vraag of ik zou stoppen, maar wanneer.'
Tot het bittere eind blijf ik gezonde koppels beertjes en geltjes van hoge kwaliteit leveren
Om tot zijn pensioen varkenshouder te kunnen blijven, zou overschakelen op biologisch een optie kunnen zijn. 'Maar dat zou geen ideale combinatie zijn met het boerderijterras vanwege vliegen en geur', licht Van de Ven toe. 'Bovendien zou het ombouwen ook flink wat investeringen vergen en meer fysiek werk met zich meebrengen.'
Te vroeg
Eigenlijk kwam de saneringsregeling voor de zeugenhouder dus een paar jaar te vroeg. 'Ik heb een prachtig vak en ben als mensenmens blij met onze horecatak en het hebben van een zichtlocatie', vertelt hij. 'Ook kunnen we het prima vinden met onze buren. Maar het zijn de toenemende regeldruk en de maatschappelijke en politieke druk die aan mijn gemoed knagen.'
Al die zaken tezamen hebben zijn mindset als varkenshouder toch veranderd. 'Mijn gevoel is anders geworden', bekent Van de Ven. 'Het leven naast varkenshouden is ook belangrijk. Dat gevoel is versterkt toen ik bijna twee jaar terug voor het eerst opa werd.'
Goede zorg en kwaliteit
Nadat hij zijn handtekening onder de beschikking had geplaatst, ging Van de Ven net zo gemotiveerd verder met het verzorgen van zijn zeugen en biggen als daarvoor. 'Tot het bittere eind blijf ik beren en gelten van hoge kwaliteit leveren. Gezonde dieren die goed presteren. Daarom kun je begrijpen dat mijn vaste afnemer niet blij was toen ik hem vertelde dat ik ging stoppen.'
Sinds begin dit jaar gaan koppels biggen weg voor de export. Binnen een paar weken vertrekken de laatste biggen uit de nette opfokafdelingen in de oudste stal op het bedrijf. 'In 1970 gebouwd voor koeien op de grup en jongvee', zegt Van de Ven met enige weemoed. 'Het sloopbedrijf staat geboekt voor augustus en dan komt er na vijftig jaar een eind aan het houden van vee in deze stal. Ook hebben talloze mensen naar varkens gekeken in de tien jaar dat we een zichtlocatie zijn geweest.'
Plannen
Het boerderijterras is een blijvertje. Plannen voor het bouwen van nieuwe bedrijfsruimtes worden steeds concreter. 'Tijdens het demonteren denk ik na over wat ik de komende jaren wil gaan doen.'