Big 1,33 kilo zwaarder bij niet overleggen
Biggen die niet worden overgelegd, zijn gemiddeld 1,33 kilo zwaarder dan biggen die tussen de 24 en 48 uur een pleegzeug kregen. Dat blijkt uit onderzoek op De Elsenpas, het onderzoekscentrum van De Heus in het Gelderse Beuningen.
De onderzoekers volgden de groei van 41 biggen die tussen 24 en 48 uur na de geboorte over waren gelegd naar een andere toom. Ter vergelijking volgden ze 41 controlebiggen van hetzelfde geboortegewicht. De groei van de overgelegde biggen bleef achter ten opzichte van de controlebiggen gedurende de gehele kraamfase.
De controlebiggen waren gemiddeld 1,33 kilo zwaarder bij het spenen dan de overgelegde biggen: 7,26 kilo versus 5,93 kilo. 'Voor ons geeft dat aan dat overleggen een negatief effect heeft op de bigprestatie', stellen de onderzoekers van De Elsenpas. Overgelegde biggen ervaren nogal wat stress omdat ze uit hun vertrouwde omgeving worden gehaald en moeten wennen aan een nieuwe moeder en toomgenoten.
Uniformeren belangrijk
Uit het onderzoek blijkt verder dat bij het overleggen altijd moet worden gestreefd naar het uniformeren van de ontvangende toom. Dus een lichte big kan worden overlegd naar een toom met veel lichte biggen. 'Zeker voor lichte biggen geldt dat als deze worden overgelegd naar tomen met veel gewichtsvariatie, de bigprestatie achteruitgaat. Zwaardere biggen die worden overgelegd, hebben hier minder last van.'
Als het nodig is om biggen over te leggen, is het belangrijk om ernaar te streven dit niet eerder te doen dan 24 uur na de geboorte. Pasgeboren biggen krijgen dan voldoende tijd om biest (colostrum) op te nemen bij hun eigen moeder. Dat zorgt voor een goede opstart van het immuunsysteem. Bij veel grote tomen worden de eerstgeboren biggen gemarkeerd en binnen 24 uur na de geboorte overgelegd. Hierdoor wordt de beschikbare biest optimaal verdeeld onder alle geboren biggen.
Volgens de onderzoekers moet het overleggen uiterlijk binnen drie dagen gebeuren. Want na drie dagen een voorkeur krijgen de biggen een voorkeur voor specifieke spenen en gaan ze erom vechten. Het overleggen gebeurt idealiter tussen één en drie dagen na de geboorte.
Ziektekiemen
Belangijk om rekening mee te houden, noemen de onderzoekers het risico dat biggen die worden overgelegd, ziektekiemen meenemen. Is een zeug drager van een of meerdere ziektekiemen, zoals streptokokken, dan kan een big bij de geboorte of vlak erna al worden besmet. Deze besmetting kan plaatsvinden tijdens het geboorteproces zelf (in het geboortekanaal), via de navel of door neus-neuscontact met een besmette zeug.
'Biggen die worden overgelegd, nemen deze ziektekiemen mee naar hun nieuwe toom en besmetten daarbij een nieuwe groep biggen. Hierdoor kunnen ziektekiemen zich snel en ongewenst binnen een kraamafdeling verspreiden.'