Slachterijmedewerkers worden getraind voor beter dierenwelzijn
Medewerkers op de slachterijen krijgen een gerichte training op het onderdeel dierenwelzijn. Daarnaast kunnen ze zelf aangeven hoe de omstandigheden beter kunnen. Dat zijn belangrijke onderdelen van de 'Code voor dierenwelzijn op de slachterij', die is opgesteld door de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) en per 1 mei in werking treedt.
'De Nederlandse vleessector behoort op het gebied van dierenwelzijn tot de wereldtop', zegt Richard de Mooij van de COV. Het vervoeren en verwerken van dieren gebeurt in ons land volgens zeer strenge regels. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) houdt permanent toezicht op de naleving van deze regels in de 'naleefmonitor'.
Mede door de extra intensieve cameramonitoring, die verder gaat dan de Europese richtlijnen, blijft het jaarlijkse aantal dierenwelzijnsincidenten tot een minimum beperkt. De COV wil het aantal incidenten verder terugbrengen richting nul.
Om dat te bereiken vindt de organisatie training en scholing cruciaal. Daarme moeten incidenten volgens De Mooij helemaal tot het verleden gaan behoren. 'Het is ook de bedoeling om kunstmatige intelligentie in te gaan zetten bij de beoordeling van de camerabeelden, om zo tot een nog betere borging te komen van het dierenwelzijn.'
Bottom-up-aanpak
De code schrijft voor dat medewerkers die betrokken zijn bij dierenwelzijnshandelingen van slachterijen meer bij elkaar over de vloer komen om 'best practices' en ervaringen uit te wisselen. Slachthuismedewerkers die betrokken zijn bij het lossen van de dieren krijgen jaarlijks betere en intensievere scholing en worden uitgedaagd om zonodig ook zelf verbeteringen voor te stellen. Een echte bottom-up benadering.
Verder worden externe dierenwelzijnsspecialisten ingeschakeld die de borging van het dierenwelzijn per bedrijf beoordelen. Indien nodig komen ze met aanbevelingen voor verdere verbetering. Deze specialisten moeten voldoen aan door de COV gestelde normen en worden ook door deze organisatie geregistreerd.
Tot slot wordt er jaarlijks via een aantal gedefinieerde 'kritieke prestatie-indicatoren' gerapporteerd over de werking, naleving en resultaten van de code.