Intrekken natuurvergunning melkvee raakt ook varkensbedrijven
De uitspraak van een Friese rechter waardoor een natuurvergunning van een melkveebedrijf is ingetrokken, raakt ook de vergunningaanvragen voor varkensbedrijven. De rechter trekt de emissiereductie in de Regeling ammoniak en veehouderij (RAV) in twijfel en dat kan dan ook voor varkensbedrijven die intern willen salderen een nadeel zijn, stelt Jeroen van Boxmeer van DLV Advies.
Mobilisation for the Environment (MOB) twijfelt of emissiearme systemen die op de RAV-lijst staan, wel de reductie halen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat deze twijfel onvoldoende is weggenomen door de overheid waardoor de de vergunning van een Friese melkveehouder wordt vernietigd. Dit kan gevolgen hebben voor andere bedrijven die door investeringen in emissiearme systemen hun emissie reduceren en door dit interne salderen meer dieren gaan houden.
Ondanks dat dit een uitspraak is van één rechtbank en het gaat over een melkveebedrijf kan dit volgens Van Boxmeer grote gevolgen hebben. 'De provincie gaat tegen dit oordeel in beroep, maar voordat de Raad van State hier een eindoordeel over geeft, zijn we zo anderhalf jaar verder. Tot die tijd is deze uitspraak richtinggevend.'
Extra onderbouwing
Dit betekent dat extra onderbouwing nodig zal zijn om aan te tonen dat de reductie zoals is opgenomen in de RAV-lijst, ook daadwerkelijk wordt behaald. De emissiereducties zoals die op de RAV-lijst staan, zijn gebaseerd op metingen op vier verschillende bedrijven. Daarbij is er nog een veiligheidsmarge ingebouwd, waardoor de emissiereductie minder is dan daadwerkelijk is gemeten.
Het CBS heeft vraagtekens gezet bij de werking van emissiearme systemen. De afname van de ammoniakemissie in Nederland is niet zo groot als op basis van de systemen is te verwachten. De rechter vindt dat de overheid deze twijfel onvoldoende wegneemt.
DLV Advies gaat aan onderzoekers vragen om de methode waarop de RAV-code is bepaald, te verifiëren en te bepalen of deze methode betrouwbaar is en daarmee kan blijven dienen als instrument in de vergunningverlening. Van Boxmeer: 'Daarnaast zullen we wetenschappers vragen voor ons het CBS-rapport door te nemen en te onderzoeken of de juiste methodes en aannames zijn gedaan of dat er onjuiste conclusies zijn getrokken.'
Vergunningsvrij of vogelvrij?
De vraag is wat de ondernemers die door emissiereducerende technieken intern willen salderen, moeten doen. Kunnen ze deze technieken inzetten voor verplichte reductie zoals in Noord-Brabant? Onlangs bleek uit een uitspraak van de Raad van State dat er geen vergunning nodig is bij intern salderen. Nu wordt de methode waarop intern salderen wordt toegepast, in twijfel getrokken. Daarom is het verstandig extra zekerheid in te bouwen.
'We hebben een beslistool ontwikkeld die ondernemers helpt om in hun situatie de opties te vergelijken en tot een keuze te kunnen komen', zegt Van Boxmeer. 'Op het moment dat je bestaande stallen emissiearm gaat maken, is het mogelijk om een voortoets uit te voeren. Uit de voortoets blijkt of er sprake is van intern salderen. Dit is geen formeel besluit. En bij de bouw van een nieuwe stal is deze methode risicovol. Er komt namelijk geen besluit. Daarmee heb je dus geen onherroepelijke NB-wetvergunning voor de nieuwe stal.'
Positieve weigering
Een veehouder kan er volgens de adviseur ook voor kiezen om een vergunningsaanvraag in te dienen. 'Hierop zal het bevoegd gezag reageren met een positieve weigering: ze geven aan dat voor de aanvraag geen vergunning nodig is. Daarmee is zwart-op-wit vastgelegd dat de situatie waar je naartoe gaat als bedrijf, is aangevraagd en is de situatie vergunningsvrij vastgelegd', legt hij uit.
'Probleem is dat de juridische houdbaarheid van dit document pas helemaal duidelijk wordt, wanneer het bij de rechter komt. De enige manier om rechtszekerheid te verkrijgen, is om extern te salderen voor de uitbreiding in stikstofdepositie. Dit betekent dat de veehouder ammoniak moet aankopen om de uitbreiding mogelijk te maken.'