Agri-top: varkenssector kan geen subsidie ontvangen van EU
Adjunct directeur-generaal Michael Scannell van het Agri-commissariaat in Brussel geeft aan dat de EU niet de juiste tools heeft om de varkenshouderij te steunen. De procedurele, juridische en financiële mogelijkheden ontbreken.
De ambtelijke top van EU-LNV gaf dinsdag in de landbouwcommissie van het Europees Parlement een toelichting op de marktsituatie in de varkensmarkt. Veel Europese landen dringen al maanden aan op steun van de Europese Unie (EU) om hun kleine en middelgrote varkensfokkers te hulp te schieten.
De Agri-dienstleiding zegt dat de meeste financiële problemen in de varkenssector worden veroorzaakt door corona (ziek personeel, minder slachtcapaciteit, minder horecaomzet) en inflatie en economie (hogere brandstofprijzen, duurder diervoeder). Die oorzaken hebben geen agrarische maar een economische oorsprong, en de gevolgen ervan horen vooral op het bordje van Economische Zaken of de staatshoofden, zo zegt de Agri-top.
Daarnaast is voor een aantal EU-landen de export naar de grote afzetmarkt China weggevallen door uitbraken van Afrikaanse varkenspest (AVP) in hun land. Maar dat geldt niet voor andere EU-landen die nog AVP-vrij zijn, die exporteren nog wel naar China.
Gelijke monniken, gelijke kappen
De Europese Commissie wijst erop dat EU-maatregelen altijd moeten gelden voor iedereen, gelijke monniken, gelijke kappen. De EU mag geen financiële steun geven aan een paar (kleine) varkenshouderijen in een paar EU-landen. De Agri-top benadrukt bovendien dat 75 procent van de varkensmarkt in handen is van 2 procent van de grote vleesconcerns. Die kunnen volgens hen de huidige hoge kosten nog wel ophoesten.
De varkenshouderij in de EU kent een jaaromzet van ongeveer 40 miljard. De EU heeft een noodfonds van 450 miljoen. Dat is 1 procent, het effect van een of andere noodsubsidie zal in amper een dag verdampt zijn, stelt Scannell.
Geen overleglijntjes met EU
In tegenstelling tot het landbouwbeleid heeft Brussel geen directe lijntjes met de individuele (varkens)bedrijven en zijn er geen overleglijntjes met de EU. De varkenssector wil juist zo min mogelijk met Brussel te maken hebben. EU-landen zelf mogen wel tijdelijke financiële steun geven aan sommige varkensbedrijven. Dat doen op dit moment negen EU-landen, in allerlei verschillende vormen.
De enige technische mogelijkheid die de Europese Commissie ziet, is de tijdelijke opslag van varkensvlees in koelhuizen. Door een deel van het aanbod uit de markt te nemen, zouden de prijzen theoretisch gezien moeten gaan stijgen. Maar volgens de EU-technocraten ziet de varkenssector daar niet zoveel in, omdat het hooguit een uitsteleffect heeft. Dat vlees komt uiteindelijk toch weer op de markt.
EU-commissaris Janus Wojciechowski wil daarom tot nu toe niet ingrijpen. Hij blijft ervan overtuigd dat de sector zelf een uitweg zal vinden. Hij heeft vorige week beloofd uiterlijk eind januari met een catalogus van mogelijke maatregelen te komen. Hij sluit wel uit dat er met extra Europese subsidies wordt ingegrepen.