Hogere opbrengsten verlagen Rendac-tarieven
Het tarief van kadaververwerker Rendac per stop daalt dit jaar 9 procent per dier. Dat gebeurt ondanks een krimpend aanbod en stijgende brandstofprijzen. Hogere opbrengsten voor eindproducten maken deze verlaging mogelijk.
Rendac rekent door de twee genoemde punten per stop dit jaar met 6 procent meer kosten dan in 2021. Per saldo dalen desondanks de totale destructielasten grofweg 7 procent, berekende de kadaververwerker. Dat blijkt uit de tarieven die inmiddels door LNV-minister Henk Staghouwer zijn goedgekeurd. Die bestaan uit twee componenten: het 'tarief per dier' en het 'tarief per stop'.
Door schaalvergroting en beëindiging van veehouderijbedrijven wordt voor 2022 rekening gehouden met een verdere daling van het aantal ophalingen, oftewel stops, met 5 procent. Daarbij moet Rendac een landelijke dekking handhaven. Samen met de toegenomen brandstofprijzen is het effect hiervan een kostenstijging van 6 procent per stop.
Reguliere stop
Het tarief voor een reguliere stop gaat daarmee van 23,37 naar 24,82 euro, exclusief btw. Het tarief voor een geplande vatenstop gaat omhoog van 19,26 naar 20,71 euro. Het verschil tussen een geplande en reguliere stop is daarmee op het niveau van 4,11 euro gehouden.
Het 'tarief per dier' is opgebouwd uit de verwerkingskosten, de opbrengsten van eindproducten en de verrekening van de nacalculatie. De kosten voor verwerking stijgen als gevolg van de hogere energiekosten en door een wijziging in de toerekening van kosten voor dierziektebestrijding.
Eindproducten
De opbrengsten voor eindproducten zullen naar verwachting in 2022 stijgen. Cruciaal hierbij is de zekerheid van afname door kolencentrales, geeft Rendac aan. Een sluiting op termijn van die centrales zal in de verdere toekomst de verkoopopbrengst drukken.