Dreigend+biggentekort+bij+lichter+leveren+gesloten+bedrijf
Nieuws
© Twan Wiermans

Dreigend biggentekort bij lichter leveren gesloten bedrijf

Vleesvarkens lichter leveren om daarmee voerkosten te verlagen, is een optie die varkenshouders hebben. Voor gesloten bedrijven of zij die zitten in een vaste combinatie, geldt dan echter dat op een gegeven moment geen biggen meer voorradig zijn.

De laatste kilo's groei van vleesvarkens kosten het meeste voer. De gedachte om daar vanwege de hoge voerkosten op te besparen door lichter te leveren, is volgens Kasper Bekker van Saldo Advies Varkenshouderij een voor de hand liggende. In de varkenshouderij grijpen echter alle schakels in de keten in elkaar. Lichter leveren is geen vanzelfsprekendheid. De slachterij moet de varkens kunnen ontvangen en er moeten nieuwe biggen zijn om op te zetten.

Voor vleesvarkenshouders is de impact van de biggenprijs op het ideale aflevergewicht groter dan die van de voerprijs. Bekker rekende vorige week in Nieuwe Oogst voor dat lichter leveren onder de huidige marktomstandigheden, met een voerprijs van gemiddeld 40 euro per 100 kilo, voor vleesvarkenshouders pas interessant is wanneer de biggenprijs onder de 50 tot 55 euro zakt.

Verzadigde markt

Voor een gesloten bedrijf dat overweegt om lichter te leveren, is het volgens Bekker van belang voor welke prijs de varkenshouder de overtollige biggen kan verkopen. 'In een verzadigde markt is het lastig om biggen van een gesloten bedrijf voor de hoofdprijs te verkopen. Een gesloten bedrijf zal dan eerder geconfronteerd worden met de genoemde grens van 50 à 55 euro, waarbij lichter leveren wel interessant is.'

Wanneer de keuze valt op vleesvarkens lichter leveren, dan zal een gesloten bedrijf of een vaste relatie dan wel een combinatie van een zeugenhouder en vleesvarkenshouder een keer op het punt komen dat er geen biggen meer voorradig zijn. 'Zijn die er voldoende, dan is de afweging zoals eerder beschreven is. Ook veel gesloten bedrijven hebben een klein deel van de biggen vaak over voor verkoop.'

Is op een gesloten bedrijf of in een vaste relatie het aantal biggen precies passend, dan ontstaat bij lichter afleveren meer leegstand. Dat vertaalt zich in een lagere bezettingsgraad. De vraag is dan wat economisch gunstiger is: leegstand of zwaarder leveren? De adviseur rekende beide situaties door. 'Voor leegstand is dat eenvoudig. Een lege plaats draagt niets bij aan de voerwinst en kost op dat punt ook niets.'

Gewichtskorting

Valt de keuze op zwaarder leveren, dan is de vraag wat de laatste kilo groei kost en wat die oplevert. 'Vaak levert de laatste kilo iets minder op dan de gemiddelde kilo', weet Bekker. 'Enkele varkens zullen met gewichtskorting te maken krijgen en ook andere uitbetalingsvoorwaarden zullen iets veranderen. Iets meer spek en ook iets meer spier bij toenemende gewichten. Per concept zitten hier duidelijke verschillen tussen.'

In de rekensom houdt hij rekening met de volgende uitgangspunten:
• Eén kilo geslacht gewicht betekent 1,2 kilo levend gewicht.
• De voederconversie (VC) aan het eind is 133 procent van de VC die je haalt van 25 tot 125 kilo.
• Deze extra kilo's voer berekenen tegen de voerprijs van de laatste voersoort.
• Het uitvalrisico bedraagt ongeveer 5 cent per kilo geslacht gewicht aan het eind.
• Reken voor rente levende have 1 cent per kilo geslacht gewicht.
• Mestafzet van de laatste kilo is 160 procent van de gemiddelde kosten. Dat komt neer op 10 cent per kilo geslacht gewicht. Die afzet behoort eigenlijk niet in de voerwinst, maar zijn wel variabele kosten.

Bezettingsgraad

Het antwoord op de vraag wat voor een gesloten bedrijf aantrekkelijker is, leegstand of zwaarder leveren, wordt bepaald door de som van de kosten voor voer, uitval, rente en mest. 'Zijn de kosten van die vier punten hoger dan de opbrengst, dan zijn leegstand of een lagere bezettingsgraad een betere keuze', geeft Bekker aan.

Bekijk meer over:

Stelling

Loading

Weer

  • Maandag
    8° / 4°
    60 %
  • Dinsdag
    7° / 2°
    15 %
  • Woensdag
    9° / 6°
    5 %
Meer weer