Belgische varkenshouders zoeken naarstig naar uitweg
De emotie spatte er vanaf tijdens het varkenshouderijseminarie bij de landbouwbeurs in het Belgische Ravels. Zo lang er tweeëneenhalf keer zoveel varkens worden geproduceerd dan de Belgen zelf opeten, zal er geëxporteerd en geconcurreerd moeten worden met Europese landen. De opgelopen achterstand in opbrengstprijzen, de toerenhoge productiekosten en de verdeeldheid in de keten leiden snel tot een slagveld onder de varkenshouders.
Tijdens het seminarie van de AgriDagen op zaterdag 21 mei liepen de emoties van diverse aanwezige varkenshouders hoog op. Ze lieten luidruchtig merken dat hen het water aan de lippen staat en de ketenpartijen razendsnel stappen moeten zetten om het voortbestaan van hun bedrijven te kunnen redden. Al drie jaar op een rij beuren ze 13 tot 15 euro per varken minder dan collega’s in Nederland, Duitsland en Spanje. En de stijging van de voer-, energie- en arbeidsprijzen verergerende de achterstand die ze hebben opgelopen. Vrijwel alle pijlen werden gericht op supermarkten die zich hard moeten maken voor de Belgische boeren.
Vertegenwoordigers vanuit de retail en de varkensslachterijen waren niet present in het discussieforum dat in het debat ging. Een gemis. De voorvrouw van de Belgische mengvoersector Katrien d’Hooghe betoogde dat er echt iets fundamenteels moet veranderen. ‘Er is werk aan de winkel en het onderscheidend vermogen van de Belgische varkenshouderij is er. Hogere prijzen zijn broodnodig en daar zullen wel samen aan moeten werken.’
Langjarige contracten
Anneleen Vandewijnckel van Fenavian, 180 bedrijven in de vleesverwerkende sector met een jaaromzet van 2 miljard euro, geeft aan dat de varkenshouders onvoldoende weten welke inspanning de branche doet om meerwaarde te creëren voor de Belgische boeren. Kwaliteitsproducten worden naar 100 landen geëxporteerd, maar 85 procent van de productie gaat naar de retail die met hun huismerken de inhoud en de prijs bepalen.
Onmacht klonk door in haar presentatie. ‘We werken met langjarige contracten om afzetzekerheid te hebben en kampen met hoge arbeidskosten per arbeidsuur’, zegt zij. ‘Waar wij 32 euro per uur moeten betalen voor een vakman is dat in Polen 6 euro per uur. Dat is in deze snel veranderende wereld een groot nadeel, we kunnen pas na een jaar een verhoging doorberekenen.’
Verbreek door overmacht het contract met afnemers was de reactie uit het publiek. Zo makkelijk gaat dat niet zei Vandewijncken. ‘Het is niet wij tegen zij, we moeten het samen doen. Ze geven geld voor onze varkensvleeswaren alleen moeten we naar een systematiek om sneller te kunnen reageren op veranderingen.’
30 procent inleveren
Varkenshouder Tom Mertens en VPOV-bestuurder gaf aan dat de varkenshouders de pineut zijn in de keten. ‘Er zijn teveel varkens en stel dat we bijvoorbeeld 30 procent van het aantal dieren inleveren en koppelen aan het stikstofarrest, dan zou dat perspectief opleveren. We moeten de vicieuze cirkel doorbreken om weer die sterke sector te worden die we ooit waren. Vrijheid blijheid zal anders ingevuld moeten worden en we moeten het samen doen.’ Zijn stelling leverde gemengde gevoelens op bij de aanwezigen. De helft ziet iets in krimp als uitweg voor de malaise.
BePork heeft een vliegende start gemaakt, maar er moet versnelling komen om als hele Belgische vleesketen op een lijn te komen. Ook zal er extra betaald moeten worden voor de duurder wordende varkens. Tom Mertens: ‘Als na Pinksteren de opbrengsten niet snel verbeteren, zullen veel varkenshouders ermee stoppen.’