Totaalaanpak+biggen+is+vorm+van+precies+koersen
Achtergrond
© Varkens Archief

Totaalaanpak biggen is vorm van precies koersen

Varkenshouders streven allemaal naar een probleemloze opfok van hun biggen. 'Maar de praktijk is weerbarstig en er ligt volop ruimte voor verbetering', constateert dierenarts Godfried Groenland. 'Door stapsgewijs zaken op je eigen bedrijf in beeld te brengen, deze data te vergelijken met andere varkensbedrijven en daar gericht actie op te zetten, kun je blijven groeien.'

Als dierenarts bij De Heus heeft Groenland de ambitie om alles wat invloed heeft op het succesvol opfokken van biggen in beeld te brengen. Dat betekent veel meten, data van bedrijven verzamelen om te kunnen benchmarken en adviezen opstellen.

'Vrijwel alles is te meten, maar het uitgangspunt is wat de varkenshouder zelf wil', zegt Groenland. 'Is hij tevreden met hoe het gaat en vertrouwt hij op zijn onderbuikgevoel, dan ben ik ook tevreden. Maar heeft hij de mentaliteit om het opfokken van biggen stapsgewijs beter te doen, dan wil ik hem daarbij op alle mogelijke manieren ondersteunen via de totaalaanpak biggen. Zeugenbedrijven in de categorie rood wat betreft het gebruik van antibiotica hebben het meeste baat bij deze gestructureerde aanpak.'

Resultante is hoge levensgroei

Een hoge levensgroei en laag uitvalspercentage staan volgens Groenland synoniem voor het afleveren van een kwaliteitsbig. 'Dan moeten ze wel gezond zijn, een laag antibioticagebruik en een scherpe voerconversie hebben en optimaal voorgesorteerd zijn op de vleesvarkensfase. Voeding, inzet van premiumvoeders en schoon drinkwater zijn belangrijk, maar gezondheid en management maken ons opfokprogramma compleet.'

Geboortediarree kost een kwart tot een derde van de opname van vast voer voor spenen

Godfried Groenland, dierenarts

Het fundament voor een goede opfok ligt in de kraamstal en daar moet het dus allemaal goed staan. 'Daarom vraag ik niet alleen een varkenshouder het hemd van het lijf, maar geef ik ook mijn zintuigen goed de kost. Zo kunnen we achter zaken komen die in de praktijk soms net iets anders gebeuren dan wordt verondersteld', stelt Groenland. 'Data op een betrouwbare manier verzamelen geeft inzicht in de werkelijkheid.'

Het in beeld brengen van de vitaliteit van biggen is de standaard voor Groenland. 'Feiten verzamelen door te meten. Het bepalen van de geboortegewichten geeft aan of het goed zit met de zeugenvoeding in de dracht. Voor verschillende genetica en bedrijfstypen hebben we metingen gedaan voor een benchmark. Weegt een big uit een toom van zeventien gemiddeld 1.250 gram terwijl dat volgens onze databank 1.375 gram is, dan moet er actie komen.'

Fitte zeugen die vlot afbiggen geven de geboren biggen de meeste kans op een voldoende hoge biestopname en hebben een laag aantal doodgeboren biggen. Dat betekent volgens de dierenarts zeugen tijdig in een schone kraamafdeling plaatsen en dan meteen starten met het voeren van een prelacto.

Een biestscan (antistoffen in het bloed van de biggen) en een melkscan (biggen wegen bij de geboorte en op dag 7) geven inzicht in het biestmanagement en het op gang komen van de melkproductie van de zeug. Een Brix-scan geeft inzicht in de kwaliteit van de biest. 'Ook bij deze analyses benutten wij onze data om goed te benchmarken. Uiteindelijk draait het om het losweken van een discussie met de varkenshouder', stelt Groenland. 'Zo komen we samen tot aanpassingen die bij het bedrijf passen om het structureel beter te doen.'

Geboortediarree in de kraamhokken heeft vaak een virale oorzaak. Vooral de biggen met een te lage biestopname zijn 'at risk'. Dat wil Groenland niet zien. 'Het verzwakt biggen, maakt darmen gevoeliger en kost een kwart tot een derde van de opname van vast voer voor spenen. Bovendien vergroot het de kans op speendiarree op één tot twee dagen na het wegvallen van de zeugenmelk met beschermende stoffen. Dus breng de oorzaak in beeld en tracht dat op te lossen’.

Bijvoeren in de kraamstal is volgens Groenland belangrijk om biggen te leren andere voeders op te nemen dan melk. 'Biggen trainen om plantaardige voeders op te nemen en dat door hun darmen goed te laten verteren, vergt aandacht en tijd. Dit kan door vaak verse voeders te verstrekken waar geschoonde granen in zijn verwerkt en waarvan de korrel bij lagere temperatuur is geperst in onze fabriek in Andel. Bij een hoge voeropname voor het spenen zie je meestal weinig speendiarree, vier tot vijf dagen na spenen.’

Na spenen dienen biggen in een schone, comfortabele omgeving met een aangenaam klimaat meteen een bourgondisch gedekte tafel te hebben. 'Maak het ze twee dagen zo uitnodigend mogelijk om voer en water op te nemen', benadrukt Groenland.

'Om te checken of ze allemaal hebben gevreten, kun je subjectief de buikjes beoordelen. Maar met de ketonenwaarde in het bloed van een big, 48 uur na spenen, toon je aan of het dier vetreserves aan het verbranden is of niet. Met een bepaling van de hematocrietwaarde is aan het bloedbeeld af te lezen of de biggen voldoende hebben gedronken.'



© Koos Groenewold

Goed verdelen van biest loont in de opfok


Het goed verdelen van de biest over alle biggen in een toom is volgens dierenarts Godfried Groenland onmisbaar voor een soepele biggenopfok. Is het biestmanagement op een bedrijf goed, dan verhoogt dat de weerstand van de biggen na spenen. De eerste één tot twee dagen na spenen is vaak een uitloop van virussen betrokken bij geboortediarree in de kraamstal. Deze categorie biggen is gevoeliger op het moment dat melk met de beschermende antistoffen wegvalt.

'Als biggen op een leeftijd van 6 tot 7 weken beginnen te hoesten in de opfokafdelingen, is dat regelmatig te herleiden naar een te lage biestopname van een aantal biggen. Na spenen pikken ze luchtweginfecties zoals griep eerder op. Komen ze in contact met het influenzavirus en worden ze er ziek van, dan vermeerdert het virus zich explosief en bouwt de infectiedruk zich op in het hok waarin ze zitten. Het risico dat dieren met meer weerstand in dezelfde koppel ziek worden neemt toe en zo golft griep dan door een afdeling heen', legt Groenland uit.

Om inzicht te krijgen in de gezondheid na spenen, zet de dierenarts kauwtouwen in om speekselmonsters van verschillende leeftijden te verzamelen. Zo weet hij welke luchtwegkiemen circuleren in de biggenopfok. Daarnaast tapt hij bloed van biggen op een leeftijd van 10 weken om te kunnen zien of en welke infecties ze hebben doorgemaakt.

Stelling

Loading

Weer

  • Maandag
    12° / 11°
    90 %
  • Dinsdag
    10° / 7°
    15 %
  • Woensdag
    9° / 5°
    95 %
Meer weer