Overdrachtsrisico Afrikaanse varkenspest via voer of strooisel onderzocht
Twee Duitse en een Zweeds onderzoeksinstituut gaan onderzoeken of Afrikaanse varkenspest via besmette voedermiddelen of strooisel kan worden overgedragen. Dat doen ze in opdracht van de Europese autoriteit voor Voedselveiligheid (Efsa).
Het Afrikaanse varkenspestvirus is zeer stabiel en kan lang overleven onder allerhande omstandigheden. Daarom bestaat de verdenking dat een besmetting overgedragen kan worden naar gehouden varkens via besmet voer, drinkwater of bijvoorbeeld strooisel. Omdat er op een aantal onderdelen daarover wetenschappelijke kennis ontbreekt, heeft Efsa besloten tot een internationaal onderzoek.
Voorafgaand aan dit onderzoek hebben de wetenschappers van het Friedrich Loefller Institut (FLI) en het Bundesinstitut für Risikobewertung (BfR) een uitgebreide literatuurstudie uitgevoerd. Op basis daarvan komen ze tot de conclusie dat het Afrikaanse varkenspestvirus door de verschillende verwerkingsstappen vergaand geïnactiveerd wordt in verwerkte bijproducten, granen, extractieschroten en mengvoeders.
Kritische controlepunten
Door ondeskundige handelingen met deze producten tijdens opslag en transport kunnen die echter wel weer besmet raken met Afrikaanse varkenspest (AVP). Bij het goed opvolgen van alle voorschriften, zoals de kritische controlepunten in de HACCP-richtlijnen, is een herbesmetting volgens de deskundigen niet waarschijnlijk. Bij voeders die zonder een verdere behandeling direct worden gevoerd, is het risico op een AVP-besmetting echter niet uit te sluiten.
Samen met het FLI en Bfr gaat het Zweedse onderzoeksinstituut Verterinärmedicinska Anstalt (SVA) nu onderzoeken wat er met de AVP-virussen gebeurt tijdens de verwerking en opslag van voergrondstoffen. Maar ook of dat risico's oplevert voor de overdracht van een besmetting naar varkens. De instituten zullen daartoe onder andere de risico's onderzoeken van meerdere voergrondstoffen, maar ook die van strooisel tijdens de opslag onder praktijkomstandigheden.