Dierziekten meewegen in gebiedsplannen provincies
Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) ontwikkelt instrumenten voor provincies waarmee ze het risico van verspreiding van dierziekten en zoönosen kunnen meewegen in hun gebiedsplannen. Dat laat landbouwminister Piet Adema weten in een brief aan de Tweede Kamer.
Zo komt LNV op korte termijn met een definitie van bedrijfs- en dierdichtheid die samen met experts wordt opgesteld. De mate van bedrijfs- en dierdichtheid is volgens de minister een risicofactor voor de verspreiding van de meest besmettelijke dierziekten en zoönosen. Er komt ook een 'handzaam instrument' om het risico op de insleep van hoogpathogene vogelgriep te kunnen bepalen. Dit is onder meer afhankelijk van de aanwezigheid van wilde vogels, het bedrijfstype en variaties in landschap.
Via het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) bekijken provincies wat nodig is voor gezonde natuur, schoon water en schone lucht. Het NPLG is de basis voor provincies om de gebiedsprogramma's op te stellen. In het NPLG zijn hoofddoelen opgenomen voor natuur, stikstof, landbouw, water, bodem en klimaat. Daarnaast zijn er 'meekoppelende structurerende keuzes'. Die gaan over de gezondheid van omwonenden, fijnstof, geurhinder, dierziekten en zoönosen.
Varkens en pluimvee
Volgens deskundigen is de aanwezigheid van zowel varkens als pluimvee op een bedrijf een risico voor het langdurig aanwezig blijven van hoogpathogene vogelgriep en en de vorming van een zoönose. Een goede bioveiligheid op veehouderijbedrijven blijft volgens Adema een belangrijk aandachtspunt.
De minister wijst er in zijn brief op dat er op dit moment verschillende ontwikkelingen zijn die invloed hebben op de veehouderij en dus ook op de risicofactoren voor dierziekten en zoönosen. Zo loopt het traject voor het Landbouwakkoord. Ook liggen de twee landelijke subsidieregelingen voor vrijwillige bedrijfsbeëindiging (Lbv en de Lbv-plus) voor goedkeuring bij de Europese Commissie. Verder wordt het intensiveringsplan vogelgriep uitgewerkt, waarin een verkenning van ruimtelijke maatregelen is aangekondigd.
Adema: 'Deze ontwikkelingen kunnen invloed hebben op de genoemde risicofactoren. Zo kunnen de subsidieregelingen invloed hebben op de bedrijfs- en dierdichtheid in een regio en daarmee het risico op uitbraken met en verspreiding van (zoönotische) ziekteverwekkers verlagen.'