Daling antibioticaresistentie bereikt plateau
De veehouderijsector heeft sinds 2009 ruim 77 procent minder antibiotica gebruikt. Ook zijn er minder antibioticaresistente darmbacteriën gevonden bij varkens en ander vee. Op die daling lijkt nu een rem te zitten.
Dat blijkt uit het Maran-rapport, een jaarlijkse update van antibioticaresistentie bij landbouwhuisdieren. Bacteriële infecties worden in de veehouderij behandeld met antibiotica. Bij te veel of onjuist gebruik kunnen bacteriën resistent worden. In dat geval werkt de antibiotica niet meer.
Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) bestudeert de aanwezigheid, verspreiding en preventie van antimicrobiële resistentie in bacteriën bij landbouwhuisdieren. WBVR is partner in het jaarlijkse Maran-rapport. Afgelopen jaar zagen de onderzoekers, net als voorgaande jaren, een verdere daling in de verkoop en het gebruik van antimicrobiële diergeneesmiddelen.
Sinds 2009 is het gebruik van antibiotica in de Nederlandse veehouderij dus met ruim 77 procent afgenomen.
Daling soms afwezig
'Deze trend ging tot nu toe altijd gepaard met een vergelijkbare afname van antimicrobiële resistentie bij koeien, kippen en varkens', zegt WBVR-onderzoeker Kees Veldman, hoofd van het Nationaal Referentielaboratorium antimicrobiële resistentie bij dieren en hoofdredacteur van het Maran-rapport. 'In vergelijking met voorgaande jaren was deze daling echter minder uitgesproken en in sommige gevallen afwezig.'
Hoe dit kan is volgens Veldman lastig te zeggen. 'Ik denk dat de voornaamste reden voor de afvlakking in de daling van het antibioticagebruik zit. In 2021 was de daling ten opzichte van 2020 minder groot. In 2022 was de daling ten opzichte van 2021 wel weer hoog, namelijk 22,9 procent. Dat is meer dan voorgaande jaren.'
Vertragend effect
Veldman verwacht dat het effect van deze sterkere daling niet direct terug is te zien in de resistentiecijfers van 2022. 'Er is namelijk een vertragend effect op de gemeten resistentie, we zien deze daling mogelijk duidelijker terug in de resistentiecijfers van 2023 en daarna. Maar dit laatste is speculeren en hiervoor is geen hard bewijs beschikbaar.'
Ook volgens Fabiana Dal Pozzo is er geen reden tot paniek. Ze is coördinator bij het Belgische kenniscentrum AntiMicrobial Consumption and Resistance in Animals (Amcra) en bekeek de Maran-cijfers uit Nederland.
'Het feit dat de laatste meting afwijkt ten opzichte van de vorige periode, is nog geen reden tot zorgen', reageert Dal Pozzo bij Vilt.be. 'De resultaten van de monitoring moeten geïnterpreteerd worden over een volledige periode vanaf 2011, en niet op jaarbasis.' Het is volgens haar te vroeg om sterke conclusies te trekken en monitoring zal nodig blijven.