'Dierwaardig of gewoon liever geen vee?'
De afgelopen weken zijn er enkele debatten gevoerd over de dierwaardige veehouderij. Dat er in de Tweede Kamer over wordt gedebatteerd, betekent dat dierwaardigheid een politiek onderwerp is. Wat maakt het dan politiek en wat is het verschil met dierenwelzijn?
In principe zijn we het binnen de varkenshouderij met elkaar eens dat dieren een zo goed mogelijk leven moeten hebben. Soms is het wel eens lastig om het met elkaar eens te zijn hoe dat moet, maar niemand is in principe tegen dierenwelzijn. Dierenwelzijn ging tot nu toe over de zorg dat de varkens gezond zijn, goed voer en water krijgen, het klimaat voor de dieren geoptimaliseerd wordt en waar mogelijk ook nog afleidingsmateriaal beschikbaar is. Ook maken we al hele stappen ten aanzien van het castreren en couperen van de varkens en vrijloopkraamhokken worden ook steeds vaker gebouwd.
Nu is er dus de politieke term dierwaardigheid. Dat het een politiek onderwerp is, betekent eigenlijk dat het een maatschappelijk relevant onderwerp is, waarbij enige vorm van macht komt kijken. Er moet iets worden afgedwongen of er moet worden onderhandeld. Maar wat dan?
Het ultieme doel van dierwaardigheid is dat dieren niet meer worden aangepast aan de houderij, maar dat de houderij wordt aangepast aan het dier. De term dierwaardigheid is gebaseerd op zes principes geformuleerd door de Raad voor Dierenaangelegenheden. Deze zijn: 1. Erkenning van de intrinsieke waarde van het dier, oftewel geen ingrepen. 2. Goede voeding. 3. Goede omgeving. 4. Goede gezondheid. Allemaal factoren waar de varkenshouder dagelijks mee bezig is. 5. Natuurlijk gedrag. 6. Een positieve emotionele staat. Oftewel het dier is in staat om zelf te reageren op zijn omgeving en daarmee zich aan te passen en zich weer goed te voelen. Dit zesde punt zou automatisch moeten volgen uit de eerste vijf punten. Maar het is wel een punt dat wat lastiger concreet te maken is.
Zoals al gezegd, is in principe niemand binnen of buiten de varkenshouderij tegen een goed welzijn of tegen dierwaardigheid. Maar wat de politiek een beetje uit het oog lijkt te verliezen, is dat veranderingen in de houderij met als doel dierwaardigheid ook gevolgen hebben voor die andere politieke dossiers, zoals die van stikstof, klimaat en het zoönosendossier. Varkenshouders hoeven dit niet uitgelegd te krijgen, maar politici blijkbaar wel. Of misschien willen ze dit helemaal niet horen en is de dierwaardige veehouderij gewoon een nieuwe manier om het aantal veehouderijbedrijven te verlagen?
Manon Houben
Varkensdierenarts