Transportwaardigheid onderdeel van houden varkens met krulstaart
Een van de ambities in het actieplan Vitale Varkenshouderij van de Coalitie Vitale Varkenshouderij (Coviva) is de overgang naar het houden van varkens met een krulstaart. Volgens directeur Alfred van Lenthe horen daar afspraken bij over het transport van varkens met schade aan de staart en een goed verdienmodel. De krulstaart moet zich volgens hem uitbetalen.
Van Lenthe deed deze uitspraken eerder in de week tijdens de presentatie van de nieuwe plannen van Coviva. De eerste termijn van de coalitie eindigt dit jaar. Komend jaar start een nieuw vierjarenplan. Dit plan zal op 18 maart 2025 bekend worden gemaakt.
Varkenshouders hebben tot 2030 de tijd om over te stappen op het houden van varkens met een krulstaart. Coviva heeft ondernemers hierin geprobeerd te ondersteunen door webinars aan te bieden en mogelijke 'krulstraatroutes' te schetsen. 'We merken in de praktijk dat steeds meer varkenshouders stappen zetten', geeft voorzitter Wyno Zwanenburg van Coviva aan.
Het verdienmodel is nog wel een punt van zorg. De extra kosten voor het houden van varkens met een krulstaart zullen vergoed moeten worden, vindt Coviva. Andere uitdaging is het afleveren van varkens met staartschade bij de slachterijen. Dit zou geen belemmering mogen zijn bij het op transport gaan van de dieren, stelt de coalitie. 'Uiteraard moet op de slachterij worden beoordeeld of de schade negatieve gevolgen kan hebben voor de voedselveiligheid.'
Van Lenthe is bang dat wanneer varkenshouders een deel van de varkens niet mag afleveren aan de slachterij vanwege lichte staartschade het verdienmodel onder druk komt te staan. 'Dan is het houden van varkens met een krulstaat niet haalbaar. Staartschade voor 100 procent voorkomen lukt echt niet. Dat is al duidelijk geworden in verschillende Scandinavische landen.'
PRRS-monitoring vanaf 2026
Een ander onderdeel in de plannen van Coviva is de aanpak van PRRS. In de vorige termijn werd gestreefd naar een PRRS-vrij Nederland in 2050. 'Die doelstelling is gekozen omdat we al ruim dertig jaar kampen met deze virusziekte. We denken ook wel dertig jaar nodig te hebben om er vrij van te worden', licht Van Lenthe toe.
Toch vindt de organisatie dit doel niet ambitieus genoeg. 'Het doel stellen we in de nieuwe termijn daarom bij naar PRRS-vrij in 2040. Op 18 maart 2025 lanceren we een nieuw plan van aanpak om dit doel te realiseren. Tipje van de sluier is dat we in 2026 gaan starten met een landelijke monitoring van PRRS', vervolgt de directeur.
Op diezelfde datum komt Coviva ook met een toelichting op de plannen voor de komende vijf jaar. De eerder gestelde ambities blijven overeind, meldt Van Lenthe. Het gaat dan om: een goede zorg voor de leefomgeving realiseren, een centrale positie in de circulaire economie behouden, een erkende bijdrage leveren aan de klimaat- en energietransitie, robuuste varkens in een diervriendelijke houderij houden en mondiaal koploper zijn in marktgerichtheid en ketensamenwerking.
Dataverzameling en transparantie
Om voorop te blijven lopen in marktgerichtheid en ketensamenwerking zijn stappen nodig op het gebied van dataverzameling en transparantie van data. Coviva heeft daarom een model ontwikkeld om te komen tot een eenduidige berekening van de CO2-voetafdruk van varkensvlees. 'Het is volgens ons belangrijk dat iedereen dezelfde berekeningswijze gebruikt', stelt de directeur van Coviva.
Een goede CO2-voetafdrukberekening is volgens hem belangrijk omdat supermarktketens volgens de Europese regels moeten kunnen laten zien hoe ze er op het gebied van duurzaamheid voor staan. 'Maar ook hoe ze hun voetafdruk gaan reduceren. Daarvoor zijn ze afhankelijk van de prestaties van varkenshouders, en die hebben daar dus inzicht in nodig.'
Volgens Van Lenthe kan de CO2-voetafdruk van varkensvlees dat al aan de normen voldoet nog verder omlaag door toepassing van circulair voer en door meer gebruik te maken van grondstoffen uit Europa. 'Maar ook via een versnelde afvoer van mest in combinatie met mestvergisting valt nog winst te behalen.'
Voerfabrikanten spelen in de reductie van de CO2-uitstoot dan ook een grote rol, vindt Coviva. 'Zij zullen inzicht moeten geven in de herkomst van de grondstoffen in het voer. Alleen dan kunnen we de voetafdruk goed berekenen', duidt Van Lenthe.
Pilots met doelsturing
De data in combinatie met de CO2-voetafdruk van varkensvlees worden onderdeel van Holland Varken. Dat sluit aan bij de wens van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Het ministerie vindt dat afspraken over klimaat, stikstof en water zoveel mogelijk in private kwaliteitssystemen moeten worden geregeld. Landbouwminister Femke Wiersma wil dat daarbij gebruikgemaakt wordt van doelsturing.
Op twee varkensbedrijven loopt nu een aanvraag om de benodigde vergunningen te realiseren op basis van doelsturing; het gaat hierbij om doelen op het gebied van stikstof. Voor de kerstdagen moet duidelijk zijn of de gemeente een definitieve vergunning gaat verlenen. Zeer waarschijnlijk volgen er dan rechtszaken tegen die vergunningen, waarna de rechter ze zal toetsen.
Dat is volgens Zwanenburg goed. 'Die jurisprudentie is nodig om duidelijkheid te creëren. Daarnaast is met het landbouwministerie een afspraak gemaakt om landelijk nog zo’n vijftien pilots op te zetten om meer ervaring op te doen met het verlenen van vergunningen op basis van doelvoorschriften.'