Varkenshouder belangrijkste succesfactor

De varkenshouder zelf is de belangrijkste succesfactor voor het goed verlopen van de dracht. Hij kan veel invloed uitoefenen op de resultaten door goed te kijken naar de zeugen en het nemen van de juiste maatregelen.

Goed naar je zeugen leren kijken is dan ook erg belangrijk, stelt onderzoeker Anita Hoofs van Wageningen UR tijdens de Kennissessie management tijdens de dracht in Sterksel. Door goed te observeren kan een varkenshouder bijvoorbeeld zien dat de zeugen niet verzadigd zijn of een andere oorzaak van onrust vinden.

Een oorzaak van onrust kan bijvoorbeeld het klimaat zijn. In de winter bij harde wind hadden een aantal deelnemers last van onrust en daardoor terugkomers. “De enige goede oplossing is de windinvloed aan de buitenkant van de stal aan te pakken”, stelt Hoofs. “En zorg dat je wel genoeg ventileert. Bij dragende zeugen is ventilatie een ondergeschoven kindje.””

Hoofs vindt 'meten is weten' net zo belangrijk als goed kijken. “Hoe staat het met de klauwgezondheid en bijvoorbeeld de huidbeschadigingen van de zeugen.” Volgens de onderzoeker is wegen van zeugen nu en in de toekomst steeds belangrijker. “Voor goede resultaten is het gewicht belangrijker dan de spekdikte. Je moet zorgen dat de gelten bij de eerste keer insemineren het goede gewicht hebben, net als vlak voor werpen en bij het spenen. Ook van de oudere worpszeugen. Als je de gewichten niet weet kun je het voerschema daar niet op aanpassen.”

Wil de varkenshouder zijn rol als belangrijke succesfactor goed invullen dan moet hij eerst doelen stellen. Hoofs: “Weet waar je naar toe wilt. Bijvoorbeeld het afbigpercentage verhogen met 2 procent of het geboortegewicht met 50 gram. Vervolgens kun je met je adviseurs hierover afspraken maken. Minimaal een keer per jaar heb je dan een functioneringsgesprek en kijk je of de adviseur voldoende heeft bijgedragen aan de doelstellingen.”