Kan ik biggen op groei (ver)kopen?

Uit Agrovision-cijfers blijkt dat de zeugenhouderij meer vooruitgang in technische resutlaten heeft geboekt dan de vleesvarkenshouderij. De gemiddelde groei per dag is nauwelijks gestegen. Tien jaar oud onderzoek wees al uit dat biggen met een laag geboortegewicht tot wel 70 gram per dag minder hard groeien dan dieren met een hoog geboortegewicht. Daarbij komt dat de typering van lichtgewichten lager ligt en dat deze groep hogere voerkosten heeft. Vleesvarkenshouders zouden dus eigenlijk het geboortegewicht van de aangevoerde biggen moeten weten. Want die 70 gram per dag komt neer op 10 dagen verschil in aflevermoment en heeft dus invloed op de rondesnelheid en de kilo’s vlees die je per vierkante meter kunt produceren.Vreemd dat we 10 jaar na dat onderzoek er nog steeds niets mee gedaan wordt. Er worden hier en daar wel wat varkens gewogen, maar dat gebeurt vaak op toomniveau. Maar dat geeft helemaal geen inzicht in de spreiding in gewicht binnen de tomen. Ik lees de tweets ’Topper 100 kilo toomgewicht’ en dan denk ik: zijn 10 gespeende biggen elk van 10 kilo toppers of zijn het er 13 variërend tussen de 4 en 10 kilo.

Uit eigen ervaring weet ik dat de extremen in groei nog groter kunnen zijn. Onze zwaarste gespeende big woog 13 kilo en het geboortegewicht van dat dier was 1,6 kilo. Onze lichtste gespeende big kwam uit op 2,5 kilo. We ontkomen er daarom in mijn ogen niet aan om varkens individueel te gaan wegen. Dan kunnen kijken of die 70 gram groeiverschil van 10 jaar geleden vandaag de dag misschien 50 of juist wel 90 gram geworden is.

Het begint dus bij het vastleggen van de geboortegewichten. Dat is tegenwoordig niet meer zo moeilijk of arbeidsintensief. En is het gewicht bepalen op de dag van spenen wel zo belangrijk? Om de groei te kunnen bepalen kan je de dieren ook voor en/of na het spenen wegen lijkt mij.
Door de biggen in groeigroepen te verdelen in plaats van in gewichtsgroepen, zouden de vermeerderaars de goede biggen beter moeten kunnen verkopen. De vleesvarkenshouder kan met die beter groeiende biggen per definitie voordeel behalen: dit voordeel in uniformiteit en beter voorspelbaar resultaat kun je samen delen.

De vleesvarkenshouder weet wat hij werkelijk in zijn hok krijgt. Daarom vind ik dat biggengroei thuishoort in de definitie van een kwaliteitsbig. Ik ga me in ieder geval verder verdiepen in onze groeicijfers en het in beeld brengen van groeigroepen. Ik wil uitzoeken of mijn theorie om de groei van biggen te kunnen verkopen, ook in de praktijk te brengen is.

Ruth van der Haar
VarkenshoudsterRuth van der Haar, Varkenshoudster