Ventilatiesystemen geen eenheidsworst

Systemen met kanaalventilatie verschillen in de praktijk behoorlijk van elkaar. In mindere mate gaat die ballon ook op voor plafondventilatie. Dat blijkt uit de inventarisatie in de praktijk van een groep studenten van de MBO Helicon Helmond. Zij togen de praktijk in om kennis te vergaren voor en te delen tijdens de Kennissessie Klimaat en ventilatie op 4 april bij de Groene Campus in Helmond.

Bij grondkanalen komt op het ene bedrijf de lucht via een warmtewisselaar in de stal. Op het andere bedrijf gaat de lucht via de spouw naar de grondkanalen in de stal. Bij een derde wordt verse lucht via de spouw binnengehaald en gemengd met warme stallucht voordat het de kanalen in gaat; dit is een soort recirculatiesysteem.

Bij plafondventilatie zijn er eveneens verschillen. Het ene bedrijf werkt bijvoorbeeld met een extra luchtspleet boven de voergang, de andere heeft dat niet. Bij diverse bedrijven komt de buitenlucht direct boven het plafond, terwijl bij andere bedrijven lucht via de centrale gang boven de plafonds terecht komt.

Duidelijk werd dat de windinvloeden lastig te beheersen zijn. Op vrijwel alle bedrijven zijn na de bouw nog aanpassingen uitgevoerd om dit aan te pakken. Vaak is er een (computergestuurd) rolgordijn voor de luchtinlaat geplaatst, met een automatische soort van diafragmaschuif (haaientanden) in de inlaatopening nog verfijnder te regelen. Ook wordt wel eens gebruik gemaakt van een zeil met gaten om de luchtsnelheid af te remmen. En er zijn bedrijven die spleten in de voergang dichtleggen om de luchtverdeling beter te sturen.

Bij plafondventilatie zijn er minder problemen met windinvloed, maar zijn toch ook geregeld achteraf winddrukkappen geplaatst. Verder moeten nog wel eens kieren en spleten worden dichtgemaakt, net als een deel van het plafond.