Tochtvrees leid tot te lage ventilatie

Om problemen met tocht te voorkomen, hebben veel varkenshouders de ventilatiehoeveelheden (flink) teruggedraaid. Met als gevolg dat we veel te weinig ventileren, constateren onderzoeker Anita Hoofs van Wageningen UR en klimaatdeskundige Peter van der Voorst tijdens de Kennissessie Klimaat en ventilatie op 4 april in Helmond.

Te weinig ventileren heeft volgens Hoofs nogal wat negatieve gevolgen. Er zit te veel kooldioxide (CO2), ammoniak en vocht in de lucht. Dat heeft negatieve gevolgen voor de prestaties en gezondheid van de varkens. In te warme stallen gaan varkens op de roosters liggen en bevuilen ze de dichte vloer. En door een te hoge temperatuur daalt de voeropname. Vleesvarkens zullen in een te warme stal nooit hun maximale groei bereiken.

Volgens Hoofs eten kraamzeugen een kilo voer per dag te weinig op omdat het vaak 5 graden te warm is in de kraamafdeling. Door de te lage voeropname valt de melkproductie tegen en blijft de conditie niet op peil.

Volgens Van der Voorst is 80 procent van de klimaatproblemen in varkensstallen tegenwoordig te wijten aan te weinig ventileren. "Tocht komt nauwelijks meer voor door de erg lage ventilatiehoeveelheden." Hij pleit voor twee klimaatzones in de kraamstal en een hoger ventilatieniveau bij alle diergroepen. "Bang voor hoge stookkosten hoeven varkenshouders niet te zijn: de stallen zijn tegenwoordig goed geïsoleerd."

Bij het instellen van de minimumventilatie is het CO2-gehalte een goede maatstaf. Varkenshouders kunnen dat volgens Patrick van Dijk van Fancom meten met een CO2-meter van 500 euro. Op basis van die metingen kunnen ze de ventilatie veel beter afstemmen op de behoefte van de varkens.