Saldo vleesvarkens halveert, zeugen beter

Op vleesvarkensbedrijven is saldo ten opzichte van vorig jaar gehalveerd, op zeugenbedrijven is het verbeterd. Dat blijkt uit de barometer van LEI op Agrimatie.nl.

Het saldo op zeugenbedrijven is gestegen doordat de biggenopbrengsten ruim 9 procent hoger liggen dan in hetzelfde kwartaal van 2015. De voerkosten zijn daarbij in het eerste kwartaal van dit jaar 2 procent lager dan in kwartaal een van 2015.

In maart is het maandsaldo voor een standaardbedrijf met 600 zeugen opgelopen naar bijna 24.000 euro. Na aftrek van de overige kosten blijft er net een positief inkomen over. Wel ligt het saldo nog steeds 8.000 euro onder het langjarig gemiddelde. Hierbij hanteert het LEI een saldo van 424 euro per zeug als 10-jarig voortschrijdend gemiddeld voor het standaardbedrijf. Al sinds februari 2015 ligt het voortschrijdend jaarsaldo per zeug onder dit gemiddelde. Dieptepunt was december 2015: het saldo op het standaardbedrijf zat 115.00 euro (192 euro per zeug) onder het langjarig gemiddelde.

Het cumulatief saldo op een standaard bedrijf met 1.800 vleesvarkens is in het eerste kwartaal van dit jaar 12.000 euro lager dan in het eerste kwartaal van 2015. Het ligt een kwart onder het langjarig gemiddelde (77 euro per vleesvarken) ligt en ver onder het niveau waarmee een positief inkomen is te behalen. Sinds juli 2015 ligt het voortschrijdend jaarsaldo daaronder.

Voorlopig dieptepunt is de maand maart van dit jaar met een saldo dat 6 euro onder het langjarig gemiddelde van 77 euro ligt. Op een standaard vleesvarkensbedrijf is daardoor het saldo ruim 4.000 euro lager dan in dezelfde maand in 2015. Dat komt door de aanhoudend lage vleesprijzen, door een te groot (Europees) aanbod van varkensvlees. De voerkosten zijn weliswaar gedaald, maar die maken de opbrengstdaling niet goed.