GGD Hart voor Brabant vindt op basis van beschikbare onderzoekgegevens geen duidelijk antwoord op de vraag of er op lokaal en gemeentelijk niveau in Brabant een relatie is tussen het voorkomen van longkanker en intensieve veehouderij. Uit een rapport van het RIVM blijkt zelfs dat de longkankersterfte in het oosten van Brabant juist lager is, dan in het westen van Brabant.
Als de GGD de landelijke trend bekijkt, komt er in Brabant meer longkanker voor dan in andere gebieden in Nederland. Per gemeente zijn er grote verschillen. De bestaande onderzoeken en gegevens laten zien dat roken verantwoordelijk is voor 85 procent van de voorkomende gevallen. Roken levert dus de belangrijkste bijdrage. Een screening van de beschikbare gegevens levert geen onderbouwing op van het signaal dat er meer longkanker voorkomt in gebieden met een hoge dierdichtheid.
Toch vindt de GGD het belangrijk dat niet alleen longkanker maar ook andere gezondheidseffecten onderzocht worden. Het kennisplatform Veehouderij en Humane Gezondheid stelt hierover een advies op.
In welke mate de hoeveelheid en samenstelling van fijnstof en ammoniak uit de veehouderij bijdraagt aan een extra risico op longkanker is op dit moment ook nog onduidelijk voor de GGD. Mogelijk dat de uitkomsten van het onderzoek naar gezondheidsrisico’s bij omwonenden van veehouderijen (VGO) meer duidelijkheid geeft.
Lees deze factsheet.