Het antibioticagebruik op veehouderijbedrijven in Zuid-Europa is nog erg hoog. Volgens de opstellers van het EMA-rapport komt dat door veelvuldig gebruik van koppelmedicatie. In het rapport staat Nederland in 2014 op plaats 16 van de 29 landen.
Het gemiddelde gebruik van antibiotica bij alle voedselproducerende dieren (inclusief paarden) is in de Europese landen in 2014 met 12 procent gedaald, blijkt uit de gegevens die EMA (European Medicins Agency) jaarlijks op een rij zet. Tenminste dat geldt als Spanje buiten beschouwing wordt gelaten. In dit land is het gebruik in 2014 flink omhoog gegaan door een andere manier van het verzamelen van de gegevens. De EMA gaat er van uit dat dit betekent dat het antibioticagebruik in Spanje in de jaren daarvoor flink is onderschat.
Spanje heeft met 418,8 mg per kilo het hoogste verbruik in Europa, op de voet gevolgd door Cyprus 391,5 mg/kg en Italië 359,9 mg/kg. In deze en andere landen met een hoog verbruik worden nog steeds veel koppelbehandelingen toegepast. Ook het verbruik van de voor de mens belangrijke derde en vierde generatie antibiotica ligt in deze landen nog hoog, net als het gebruik van colistine.
Het gebruik van colistine en de derde en vierde generatie antibiotica ligt in Nederland wel op een laag niveau. Het totale gebruik van antibiotica bij landbouwhuisdieren komt in Nederland uit op 68,6 mg/kg en daarmee haalt Nederland de zestiende plaats. Onze belangrijkste concurrent Denemarken steekt ons nog de loef af met een negende plaats en een gebruik van 44,1 mg/kg. Wel laten we Duitsland achter ons, dat op een verbruik van 149,3 mg/kg zit.
De Scandinavische landen scoren het allerbeste op het gebied van antibioticagebruik. Noorwegen staat met 3,1 mg/kg op plaats één gevolgd door IJsland (5,2 g/kg) en Zweden (11,5 mg/kg).