Met ingang van volgend jaar groeit het percentage verplichte mestverwerking. In de Regio Oost neemt het flink toe van 35 naar 52 procent. In de Regio Zuid stijgt het van 55 naar 59 procent. Het verplichte verwerkingspercentage blijft 10 procent in de Regio Overig.
Bij het vaststellen van de verplichte mestverwerkingspercentages krijgt EZ staatssecretaris Martijn van Dam advies van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet. Het doel voor 2017 is om evenwicht op de mestmarkt te bereiken. Daartoe is het nodig om 40,8 miljoen kilo fosfaat te verwerken. Een deel hiervan wordt ingevuld via de Algemene Maatregel van Bestuur grondgebonden melkveehouderij. Volgens de CDM zorgt dit er voor dat 3,7 miljoen kilo fosfaat uit de markt wordt gehaald. Via de verplichte mestverwerking is dan nog een verwerking van 37,1 miljoen kilo fosfaat nodig.
Dit leidt tot verplichte verwerkingspercentages van 10 procent voor Overig, 52 procent voor Oost en 59 procent voor Zuid. Daarmee stijgt de verplichte mestverwerking van 32,8 miljoen kilo in 2016 naar de gewenste 37,1 miljoen kilo in 2017. In de loop van 2017 zal de staatssecretaris de CDM om advies vragen voor de verplichte mestverwerkingspercentages voor 2018.