We worden overspoeld met (informatie over) mest. We laten dat gelaten over ons heen komen lijkt het wel. Nee, niet de mest, dan zouden we er wel wat van vinden, maar de informatie. Accepteren we het bijvoorbeeld niet allemaal als we zeggen dat Nederland het grootste concurrentie nadeel heeft als gevolg van de mestkosten?
Vooropgesteld de vraag of we de impact van de mestkosten niet overschatten. Bij een zeug 5,5 m³ mest en bij een vleesvarken 1 m³ mest leidt per afgeleverd varken van 95 kg geslacht tot 0,5 m³ mest. Ik stel de gemiddelde mestkosten van alle in Nederland geproduceerde mest op € 15 per m³. Hierbinnen zit een deel natuurlijk op de laatste m³ duurste mest op helaas € 25 per m³, maar er is ook heel veel mest die op eigen akker wordt uitgereden voor minder dan € 5 per m³. De € 15 zal een redelijk gemiddelde benadering zijn.
Krijg je hier € 10 van af op alle m³ varkensmest in Nederland? Nee natuurlijk niet. Als het totale niveau zakt van € 15 naar gemiddeld € 10, dan is de maximale invloed op alle varkensmest wel bereikt. Dan leidt dat tot een kostprijs voordeel per varken van ca 2,5 cent per kg. Om een rendabele varkenshouderij te krijgen moet de gemiddelde varkenshouder echter 7 cent per kg stijgen in rendement. Wijzen naar mestkosten mag de aandacht niet afleiden van problemen op andere terreinen.
Verder is ten aanzien van de mestkosten de vraag wat je er aan kan doen belangrijk. En vervolgens, wie je dat gaat laten doen. Die vraag is voor degene met veel overschot mest wellicht anders af te wegen dan voor degene met verhoudingsgewijs minder overschotmest en meer ruimte voor eigen be- en verwerking.
Feit is wel dat het voor heel de sector een absolute plus is als er meer verwerkingscapaciteit komt. Het open en transparant delen van de kennis en het collectief oppakken zijn zaken wat we in het verleden niet goed gedaan hebben. Logisch, want op één partij na, u als varkenshouder, heeft daar ook helemaal niemand belang bij.
De kennis en het inzicht groeit steeds meer als het gaat over de oplossingsrichtingen. Het verlagen van de druk op de mestmarkt zal zeker zijn vruchten af gaan werpen op het collectief verlagen van de kosten. Echter, we denken vaak nog in de verkeerde richting bij de wijze van invulling. Ik denk dat de alternatieven met creatie van waarde aan het eindproduct de toekomst hebben. Uiteraard nog vele hobbels om daar te komen, zowel technisch als op gebied van wetgeving.
Echter, als ze er gaan komen, dan zit de winst wederom in de keten. De recente studies en berekeningen laten zien dat bij realistische waardes voor het eindproduct de marge in de verwerking net zo groot is als de kosten voor het leveren van de mest aan de poort. Die margeverdeling zal dan de discussie van de toekomst worden, danwel, u verwerkt de mest als een gezamenlijke integratie met de boer aan het roer. Ik denk dat de varkenshouder moet schakelen van denken in kostenverlaging naar het creëren van marges. In een gesloten keten is dat zeker een punt, maar dan denken we wel aan volumes van boven de 350.000 ton. Gezamenlijkheid is eens temeer geboden, om niet weer een discussie over marge verdeling in de keten te hoeven voeren over een paar jaar.
Als de technieken klaar zijn, moet de boer klaar staan om er zelf in te stappen. Anders mist u de boot en gaat u weer het schip in.
Paul Bens
Directeur DLV Advies