Voeding+basis+vitale+big
Achtergrond
©

Voeding basis vitale big

Basis bij het verbeteren van de bigvitaliteit is volgens zeugenhouder Arnold Vlastuin de voeding. Tijdens de gehele cyclus van de zeugen is het nodig om de zeugen gericht te voeren. Daarnaast is aandacht voor het bijvoeren van de biggen in het kraamhok en na spenen belangrijk.

De overschakeling van dracht- naar lactovoer in de kraamstal heeft directe effecten op de vitaliteit van de biggen. Het verschil in samenstelling tussen een dracht- en lactovoer is feitelijk te groot voor het verteringsstelsel van de zeug. De zeug mist ineens veel vezels in het voer. Dat kan leiden tot verstopping, een geboorteproces dat te traag verloopt en daarmee zorgen voor minder vitale en meer doodgeboren biggen.

In overleg met Theo ter Maaten, adviseur van ABZ Diervoeding heeft Vlastuin daarom gekozen voor een prelacto-voer. De samenstelling van dit voer zit tussen het dracht- en lactovoer in. Het voorkomt verstopping en levert wel de extra energie die de zeug nodig heeft voor de groei van de biggen en het op gang komen van de melkproductie. Het effect van prelacto is duidelijk. Het aantal levend geboren is met 0,5 gestegen en het aantal doodgeboren met 0,2 gedaald. De komende tijd zal dit nog verder verbeteren, verwacht Vlastuin. “Bij enkele zeugen ligt het doodgeboren hoog en die zorgen voor een hoog gemiddelde. Die zeugen krijgen meer aandacht bij de geboorte en ik ga ze sneller uitselecteren.”

Uiterlijk na dag vijf schakelt Vlastuin over naar lactovoer. Dat is nodig voor een goede melkproductie. “Het is de kunst om op dag zes of zeven op een opname van zes kilo per dag te zitten en vijf kilo bij de gelten. De zeugen halen dan op dag 10 tot 12 hun top van 8 tot 8,5 kilo per dag. Een goede opname van lactovoer in het kraamhok betekent een goede melkproductie en daarmee vitale biggen. Tegelijk verliezen de zeugen minder conditie en dat is dan weer voordelig voor de kwaliteit van de eicellen en de vitaliteit van de volgende worp. Om de kwaliteit van de eicellen verder te verbeteren voer ik aan het einde van de zoogperiode en aan de guste zeugen suiker bij. Momenteel gebruik ik als experiment speciale fertiliteitstabletten.”

Vervolgens zijn de eerste vier weken van de dracht van belang voor vitale biggen. De zeugen zitten dan op een hoog schema van 2,9 kilo en 2,6 voor de gelten. Afhankelijk van het spekdikteverlies in de kraamstal komt daar nog een plus van vijf op 10 procent op. Na vier weken gaat de voergift bij de zeugen terug naar 2,7 kilo. Bij de gelten blijft het op 2,6 kilo staan. De laatste 30 dagen gaat de voergift dan weer omhoog naar 2,9 bij de zeugen en 2,8 kilo bij de gelten.

In het kraamhok groeien de biggen vooral van de melk van de zeug. Wel moeten ze wennen aan vast voer. Vlastuin geeft de biggen twee keer per dag vers voer in het bakje en in het begin ook op de dichte vloer, zodat ze spelenderwijs leren eten.

Na spenen moeten de biggen goed blijven doorvreten. De biggen vinden het voer en water in de buisvoerbakken al heel snel. Vlastuin: “Wel geef ik de eerste dagen nog een keer of vijf per dag een beetje voer bij in de ronde bakken.”

Bij de biggen speelt de voerkwaliteit een rol. Vlastuin heeft te maken gehad met een PRRS-uitbraak. “Toen ben ik direct overgestapt op veilige voeders, die heel gemakkelijk verteren.” Inmiddels zijn de PRRS-perikelen voorbij door de aanpak van onder andere het klimaat bij de opfokgelten en een ander vaccinatieschema. Langzaamaan schakelt de zeugenhouder daarom weer terug naar luxe biggenvoeders. Bij het speenvoer is hij inmiddels zo ver. Nu probeert hij of het overschakelen bij het biggenvoer ook lukt.

Bekijk hier de beeldreportage.

Stelling

Loading

Weer

  • Zondag
    15° / 6°
    20 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
  • Dinsdag
    10° / 7°
    65 %
Meer weer