Melk+bijvoeren+kan+vaak+uit
Nieuws
©

Melk bijvoeren kan vaak uit

Melk bijvoeren in het kraamhok zorgt voor zwaardere biggen bij spenen. Daarnaast daalt de uitval. Uit een steekproef op tien Deense bedrijven blijkt dat op acht van die bedrijven de opbrengsten hoger zijn dan de totale kosten van het melk bijvoeren, stelt Christian Fink Hansen, sector directeur van het Deense onderzoeksinstituut Seges op de Denkaday in Voorthuizen.

In Denemarken ligt de toomgrootte bij de zeugen nog steeds voor op de andere Europese landen. “Bij die toenemende toomgrootte komen er ook meer biggen die bij de geboorte sterk zijn achtergebleven in de groei”, zegt Hansen. Die biggen hebben een relatief groot hoofd en een klein lichaam. Ook de maag is klein. Uit onderzoek blijkt dat je die kleine biggen kunt helpen door ze colostrum te geven. Omdat de maag heel klein is moet dat dan wel elke twee uur. In de praktijk zijn die kleine biggen dan ook lang niet allemaal te redden. Hansen: "Het blijft erg belangrijk dat ze bij de zeug kunnen drinken en dat er een heel warm biggennest is voor deze kleine biggen."

Om de grote tomen biggen groot te brengen is vroeg starten met bijvoeren belangrijk. Volgens Hansen zien Deense bedrijven het bijvoeren van melk met een automatisch systeem als optie. Uit een proef blijkt dat de uitval bij de lichte biggen van minder dan 1 kilo met vijf procentpunt omlaag kan (van 17 naar 12 procent). Met een melkcup bij de zeug in het kraamhok kan die zeug ook meer biggen aan. Tot 18 biggen bij de zeug gaat het goed. De uitval is dan 8,3 procent, en het speengewicht 6,1 kilo. Bij 14 biggen en melk bijvoeren is dat 5 procent uitval en 6,6 kilo speengewicht.

Een cupsysteem is wel een kostbaar systeem. Daarom is in een steekproef van tien Deense bedrijven gekeken naar de kosten en de opbrengsten. Met het bijvoeren van kunstmelk groeiden de biggen in het kraamhok gemiddeld 650 gram meer. Dat levert een voordeel op van 40,30 euro per zeug per jaar. De totale kosten van het melk bijvoeren zijn echter gemiddeld 1,67 per gespeende big, ofwel 57,70 euro per zeug per jaar. Bij die kosten zitten de kosten van de melk, de arbeid, het schoonmaken, warm water en elektriciteit en de investering in de installatie (150 euro per kraamhok).

Naast het voordeel van de hogere groei is er ook het voordeel van de lagere uitval. Gemiddeld daalt de uitval met 2,5 procentpunt. Dat levert volgens Hansen 23,30 euro per zeug per jaar op. Samen met de hogere groei komt het totale voordeel op 63,60 euro per zeug per jaar. Dat is dan een winst van bijna 6 euro per zeug per jaar.

De verschillen tussen de bedrijven die melk bijvoeren zijn groot. Op een aantal bedrijven is de uitval nog steeds hoger dan het gemiddelde in Denemarken. Daarbij zijn er ook verschillen in de hoeveelheid melk en of vloeibare bijproducten die worden bijgevoerd en daarmee ook in de kosten. Hansen concludeert dat je tachtig procent kans hebt op winst bij de aanleg van een installatie om melk te verstrekken. Hij raadt het ook niet zo maar aan. De top 25 procent van de bedrijven die het op onderdelen als gezondheid, voeding zeugen en dergelijke al goed doet komen er het eerst voor in aanmerking.

Stelling

Loading

Weer

  • Vrijdag
    6° / 4°
    10 %
  • Zaterdag
    4° / 2°
    10 %
  • Zondag
    8° / 4°
    10 %
Meer weer