Het aandeel nieuwe vochtrijke producten in de varkensvoeding steeg in 2016 behoorlijk. Het verbruik van vochtrijke diervoeders daalde vorig jaar desondanks wel licht naar 3 miljoen ton. Volgens de cijfers van de Overleggroep Producenten Natte Diervoeders (OPNV) is dat 0,1 miljoen ton minder dan in 2015.
Vorig jaar groeide de afzet van producten uit de verwerking en bereiding van groenten-, fruit-, en sap in de varkenssector van 29.000 ton naar 47.000 ton. Ook de afzet van een klein product als dranken nam flink toe van 9.000 naar 15.000 ton. Daarnaast groeide de afzet van sojaproducten van bijna 11.000 ton naar 16.000 ton.
Vanuit de aardappelverwerkende industrie was er een groei vanuit de diverse aardappelproducten (van 22.500 naar 35.000 ton) en vooral bij de aardappelstoomschillen. Daar was er een groei 27.000 ton naar 634.500 ton. Deze groei kon echter de daling van de afzet van tarwezetmeel (-40.000 ton), tarwegistconcentraat (-10.000 ton) en wei-producten (-35.000 ton) niet helemaal goed maken. Tarwezetmeel, aardappelstoomschillen, wei-producten en tarwegistconcentraat blijven de belangrijkste producten voor de varkenshouderij.
De totale afzet van vochtrijke voedermiddelen in het rantsoen van varkens kwam in 2016 uit op 3 miljoen ton. De afgelopen jaren schommelt de afzet rondom deze hoeveelheid. Volgens de cijfers van de OPNV was de totale afzet naar de varkenssector in 2011 en 2015 3,1 miljoen ton. In 2012 was die afzet 2,95 miljoen ton en in 2013 2,9 miljoen ton. In 2014 was de afzet 3 miljoen ton.
De totale afzet van vochtrijke diervoeders in Nederland steeg vorig jaar naar 5,65 miljoen ton. Deze stijging komt met name door een hoger aanbod van perspulp, waardoor de afzet naar de rundveesector steeg naar ruim 2,6 miljoen ton.