Zijn er nu veel of weinig maagzweren bij varkens en zijn maagzweren dan een probleem? Dat werd niet geheel duidelijk op de themadag van Schothorst Feed Research. Het aantal varkens met ernstige maagzweren lijkt vrij laag. Wel is duidelijk dat ernstige maagzweren zorgen voor een flinke groeiachterstand en dat de oplossing hiervoor vooral in de voeding ligt.
Ernstige maagzweren kunnen leiden tot een groeiachterstand van 100 gram per dag, liet Nuria Canibe, onderzoekster aan de Deense universiteit in Aarhuus zien. Dat geldt voor de scores 9-10 volgens het Deense classificatiesysteem. Deze scores komen bij zo’n vier procent van de vleesvarkens in Denemarken voor. In Nederland heeft zo’n 2 tot 2,5 procent van de vleesvarkens de hoogste (slechtste) scores voor maagzweren, blijkt uit de cijfers die Theo Geudeke van GD toonde.
Of vleesvarkens met een lagere score voor maagzweren ook een groeiachterstand oplopen is niet zomaar te zeggen. Dat komt omdat maagzweren snel ontstaan en ook weer snel kunnen genezen. Het kan dus zo zijn dat een vleesvarken tijdelijk last heeft van een maagzweer en als die geneest er weer minder last van heeft. Of dit gebeurt is niet bekend. Daartoe zou gedurende de hele groeiperiode de gezondheid van de maag gevolgd moeten worden. Xandra Benthem de Grave, heeft op Schothorst Feed Research een aantal methoden, zoals endoscopie en bloedtesten, uitgetest, maar die blijken niet bruikbaar bij varkens.
Duidelijk is wel dat bij zeugen meer maagzweren en littekenweefsel voorkomt dan bij vleesvarkens. Voor de Denen is dit reden om een groot onderzoek op te zetten. Daarbij worden van een groot aantal bedrijven zeugen onderzocht en een groot aantal factoren die bekeken. Dat gaat dan in de toekomst mogelijk leiden tot maatregelen.
Stevige maaginhoud
Op de themadag werd duidelijk dat de sleutel tot een goede maaggezondheid (minder maagzweren en littekenweefsel) hoofdzakelijk ligt bij de voeding van het varken. Het blijkt heel belangrijk dat de inhoud van de varkensmaag niet te vloeibaar is, maar een zekere stevigheid heeft. Een varkensmaag bestaat namelijk min of meer uit vier delen met ieder een verschil in zuurgraad. Die zuurgraad is bij de ingang van de slokdarm naar de maag nog hoog (5 tot 6, ofwel bijna neutraal). In het derde deel van de maag is de zuurgraad pas laag, dat wil zeggen ongeveer 3 tot 3,5. Een stevige maaginhoud voorkomt nu dat het maagzuur uit het derde deel te veel in aanraking komt met het eerste deel van de varkensmaag. Bij een vloeibare maaginhoud komt het zuur wel overal. Een varkensmaag is op dit punt overigens helemaal niet vergelijkbaar met de maag van een mens.
Om te zorgen voor een stevige maaginhoud is hooi of kuilvoer een goed hulpmiddel, beter dan stro. “Alleen is de verstrekking van dit materiaal niet zomaar praktisch haalbaar”, gaf de Deense onderzoekster ruiterlijk toe.
“Een praktische oplossing die bij vleesvarkens (en ook de zeugen) wel toepasbaar lijkt, is het mengen van inerte vezels in het voer, vertelde Gert Hemke van Schothorst Feed Research. “Dat zijn vezels die niet verteren en ook niet fermenteren. Met zo’n tien procent inerte vezels die niet kleiner zijn dan 1,4 mm moet het mogelijk zijn om de maaggezondheid te verbeteren en tegelijk ook te zorgen voor een goede groei en voederconversie.”