Nederlandse varkenshouders draaien technisch mee in de kopgroep van de mondiale varkenslanden. Zeker in de kraamstal is de productie van biggen top, wereldwijd gezien. In het traject na de zoogperiode presteren vermeerderaars gemiddeld ondermaats, blijkt uit een inventarisatie van de Growability door Cargill. Volgens Ad van Wesel (Global Species Technology Leader) is het de uitdaging om een stuk rendementsverbetering in de biggenopfok te realiseren.
Cargill presenteerde tijdens de LIV in Venray het praktische kengetal Growability. Deze waarde is eenvoudig te berekenen op basis van het gewicht op een standaard leeftijd van 70 dagen in kilo’s en het overlevingspercentage van biggen na spenen. “Wij streven naar een waarde van 3.000”, zegt Ad van Wesel. “Een big moet op een leeftijd van 70 dagen 30 kilo kunnen wegen en de overleving van biggen na spenen is 100 procent. Een uitval van 0 procent is niet realistisch maar een biggewicht van 30 kilo of meer wel.”
Achterhoede
Van Wesel zette Growability-cijfers op een rijtje van landen en continenten waar Cargill actief is. Op zijn scorelijst vertoeft Nederland mondiaal gezien in de achterhoede. In 2017 is de score verbeterd ten opzichte van 2016: 2.250 ten opzichte van 2.126. Wereldwijd is de gemiddelde score 2.700 (in 2016). Maar hij merkt wel op dat Nederlandse varkenshouders dat met aanzienlijk minder antibiotica doen dan elders in de wereld. “Het potentieel is er echter ook voor Nederland want het Innovatie centrum Velddriel behaalt een Growability score van 3078."
Elke 100 punten vertegenwoordigt volgens Van Wesel mondiaal gezien een waarde van 1,66 euro. All-in all-out per opfokafdeling strikt doorvoeren en goed schoonmaken en ontsmetten levert 75 'punten' op, oftewel 1 euro per big. Als Nederlandse vermeerderaars naar het wereldwijde gemiddelde weten te komen (450 erbij), dan zou hen dat meerdere euro's per big extra rendement opleveren.
Invloedfactoren
De drie meest invloedrijke factoren om de Growability te verbeteren, zijn het verhogen van het geboortegewicht van biggen, het speengewicht verhogen en de watergift na spenen optimaal hebben. Van Wesel: “Een hoger geboortegewicht in de praktijk is mogelijk: zeugen kunnen 25 kilo toomgewicht bereiken.”
Op het lijstje van Van Wesel prijken nog tien punten die bijdragen aan het verhogen van de groei na spenen en het minimaliseren van de uitval in de opfok. “Vooral na spenen is het belangrijk een goed voerconcept te hebben om biggen hard te laten groeien, zoals Neopigg Shield. Ruwe eiwitgehalten in biggenvoeders van 20 procent zijn mogelijk als je snelle en goed verteerbare eiwitbronnen gebruikt. Remmen van de groei door voor veiligheid te kiezen en het ruwe eiwit te verlagen en vezelfracties te verhogen, moet je niet willen. Een veilige gezonde groei is mogelijk.”