Nederlandse varkensbedrijven scoren in een vergelijking met andere landen een tweede plek op het gebied van externe en interne bio-security. De enquête uitgevoerd door de werkgroep BioCheck van de Universiteit Gent, laat zien dat Denemarken het beste scoort. Daarbij is de variatie tussen bedrijven in Denemarken klein en in Nederland juist groot.
De resultaten over de bio-security op varkensbedrijven zijn verzameld door de Universiteit in Gent. Via een website (www.biocheck.ugent.be) kan iedere varkenshouder zijn gegevens invoeren over de externe en interne bio-security. Dat gebeurt onder begeleiding van dierenartsen of onderzoekers. Inmiddels zijn er varkenshouders uit negen landen die hun gegevens hebben ingevuld. Voor een vergelijkend onderzoek waren er vanuit zes landen al voldoende deelnemers, dat zijn België, Denemarken, Frankrijk, Nederland en Zweden. In totaal waren dat 574 bedrijven, waarvan 185 uit Denemarken en 34 uit Nederland.
Weging maatregelen
De deskundigen van de universiteit Gent hebben daarbij vooraf punten toegekend aan ieder onderdeel van de bio-security. Daarbij is een weging ingebouwd voor iedere onderdeel, zodat belangrijke onderdelen zwaarder tellen dan de minder belangrijke.
Externe bio-security
In theorie is voor zowel de externe als interne bio security 100 punten haalbaar zijn. Op het punt externe bio-security scoren de bedrijven daarbij duidelijk het beste met gemiddeld 73,2 punten. Op de interne bio-security laten ze punten liggen, gemiddeld is de score hierbij maar 59,8 punten.
Denen scoren beste
Gemiddeld haalt Denemarken de meeste punten op alle onderdelen. Op het onderdeel externe bio- security scoren de Denen 84,9 punten. Op de interne bio security halen ze 65 punten. Totaal komen ze hierdoor gemiddeld op 75,1 punten. Daarbij valt ook op dat de verschillen tussen de Deense bedrijven niet groot zijn, ze scoren allemaal behoorlijk goed. Volgens de onderzoekers van UGent scoren de Denen beter omdat ze vaak werken volgens de SPF-standaard, ook al hebben ze op dat moment niet meer de SPF-status.
Punten laten liggen
Nederlandse varkensbedrijven halen gemiddeld genomen een tweede plaats op de bio-security met 68 punten. Op het onderdeel externe bio-security laten ze op alle onderdelen punten liggen ten opzichte van Denemarken. Op twee onderdelen zijn de verschillen groot. Zo is er bijvoorbeeld minder vaak de mogelijkheid om voer van buiten het erf te laden. Ook scoren Nederlandse bedrijven duidelijk slechter dan Deense bedrijven op het punt van de ligging ten opzichte van andere bedrijven.
Het verschil tussen Denemarken en Nederland op het onderdeel interne bio-security is kleiner. Deense bedrijven halen hier gemiddeld 65 punten, de Nederlandse bedrijven 64 punten. De Denen laten ten opzichte van Nederland punten liggen op bijvoorbeeld de bezettingsdichtheid in de biggenopfok en vleesvarkensafdelingen. Zweden en Nederland halen hier van de landen de beste score.
Reinigen kan beter
Opvallend is wel dat Nederlandse varkensbedrijven slecht scoren op het onderdeel reiniging en ontsmetting. Dat is de basis van de interne bio-security. Gemiddeld halen Nederlandse bedrijven hierbij maar 45,4 punten. De laagste scoren van alle landen. Deense varkenshouders doen het op dit onderdeel duidelijk beter met 71,8 punten.