Bij zeug gespeende big week eerder slachtrijp

Bij de (pleeg)zeug gespeende biggen hebben een betere levensgroei dan dieren die bij een kunstzeug zijn grootgebracht. De moederloos opgefokte biggen doen er ruim een week langer over om het slachtgewicht te bereiken van rond de 95 kilo. Terwijl het ook nog eens gaat om de zwaarste biggen die bij een kunstzeug worden opgelegd. Dat blijkt uit een onderzoek bij het leer- en onderzoekscentrum LVZ Futterkamp in de Noord-Duitse deelstaat Sleeswijk-Holstein.

In het onderzoek ging het om ruim 5.700 bij de eigen moeder gespeende biggen, bijna 500 biggen bij een pleegzeug en ruim 400 bij een kunstzeug. Bij spenen waren de biggen bij de eigen moeder het zwaarst: gemiddeld 7,9 kilo. De door een pleegzeug opgefokte biggen wogen gemiddeld een halve kilo minder (7,4 kilo). De moederloos opgefokte biggen waren gemiddeld bijna 2 kilo lichter: 6,0 kilo.

Lagere speendip

Opvallend is dat de moederloos opgefokte biggen na spenen beter groeiden (505 gram per dag) dan de bij de zeug gespeende biggen (495 gram bij de eigen moeder en 486 gram bij de pleegzeug). Blijkbaar hebben de moederloos opgefokte biggen minder last van een speendip dan de bij de zeug gespeende biggen. Mogelijk komt dat doordat ze beter gewend zijn aan een voertechniek en na spenen vlot doorvreten.

Hogere levensgroei

Maar na de opfokperiode bleken de bij de zeug gespeende biggen aanzienlijk beter door te groeien. De gemiddelde levensgroei is 40 gram per dag hoger (665 gram per dag) dan die van de moederloos opgefokte biggen (625 gram per dag). Onderzoekers van LVZ Futterkamp concluderen dan ook dat biggen bij de zeug spenen de beste technische prestaties oplevert. Maar ook slachtkwaliteit van bij de zeug gespeende biggen is gemiddeld 0,02 AutoFOM indexpunten beter, is vermeld in het Duitse vakmagzine SUS (3/18).