Bijna 200 stoppers per jaar

Nederland telt op dit moment nog 4.160 bedrijven met varkens. Vijf jaar geleden was dat bedrijfsaantal bijna duizend hoger. Gemiddeld stoppen dus bijna 200 varkenshouders per jaar met het vak, blijkt uit de Landbouwtellingen 2018 van het CBS.

Van de huidige 4.160 bedrijven met varkens hebben er 1.790 zeugen. Ongeveer 1.050 bedrijven hebben zeugen en vleesvarkens. En zo’n 2.370 bedrijven alleen vleesvarkens, eventueel gecombineerd met gespeende biggen (circa 40 bedrijven). Dat wijzen de Landbouwtellingen 2018 uit, waarvan het CBS de cijfers op een rij heeft gezet.

Toename bigproductie

Wat betreft aantallen zeugen, biggen en vleesvarkens zijn er geen grote veranderingen met de afgelopen jaren. Het aantal zeugen is iets toegenomen (12.000 stuks, oftewel 1 procent) ten opzichte van de tellingen over 2017. Het totaal aantal getelde biggen is zelfs het hoogste van de afgelopen vijf jaar. Ten opzichte van 2017 zijn er 1,7 procent meer biggen (94.360 stuks meer). Dat betekent dat de bigproductie toeneemt.

Het aantal bedrijven met varkens is de afgelopen vijf jaar aanzienlijk teruggelopen. In 2014 waren er 950 bedrijven met varkens meer dan in 2018. Onder de stoppers waren 380 bedrijven met zeugen waarvan 200 bedrijven ook vleesvarkens hadden. Tussen 2014 en 2018 zijn 570 bedrijven met het houden van vleesvarkens gestopt. Als het aantal stoppers in een gemiddeld tempo doorgaat zullen in 2019 ongeveer 72 bedrijven met zeugen en wat vleesvarkens en 114 bedrijven met vleesvarkens minder worden geteld.