De bouw van een hekwerk om wilde zwijnen tegen te houden op de Deense grens met Duitsland is gestart. Daarmee wil Denemarken voorkomen dat met Afrikaanse varkenspest besmette zwijnen het land binnen komen. In de herfst moet het 70 kilometer lange hek helemaal klaar zijn.
Voor de Denen is het geen vraag of een hekwerk langs de grens noodzakelijk is. Ze hebben zoals het Deense persbericht stelt 11 miljard goede redenen om het hek te bouwen. Daarmee doelend op de positieve bijdrage in Deense kronen van de varkenssector aan de Deense economie. De Deense varkenshouders produceren jaarlijks samen 28 miljoen varkens waarvan 90 procent als biggen, vleesvarkens of vlees wordt geëxporteerd. Dat zorgt voor de helft van de export van de agrarische sector en 5 procent van de totale Deense export.
Eerst testen
De komende periode komen er eerst zes hekwerken van een kilometer bij de plaatsen Aabenraa en Tønder. De ervaringen met de bouw van deze hekken wordt gebruikt om de techniek te fine-tunen.
De hekken worden 1,5 meter hoog en komen 0,5 meter diep de grond in. Bij waterwegen die langszij de grens lopen komt het hek daarachter, waarbij de waterwegen fungeren als een slotgracht. Bij waterwegen die de grens kruisen en grensposten zijn er in totaal 20 permanente openingen in het hek. Daarbij moeten wildroosters de wilde zwijnen tegenhouden. Er komen kleine openingen in het hek, zodat kleine dieren door het hek kunnen. Daarnaast komen er poorten en overstapmogelijkheden voor mensen.
Intensieve jacht
Om verdere risico’s op verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken zal de jacht op wilde zwijnen intensiever worden. Er komen meer mogelijkheden om de wilde zwijnen af te schieten.
Verder worden de boetes verhoogd voor overtredingen die kunnen leiden tot het verspreiden van Afrikaanse varkenspest en andere besmettelijke ziekten. Bij parkeerplekken komen informatieborden te staan en de campagne die wijst op de risico’s van voedselresten.