Een ingrijpende renovatie van de productielocatie Rijksweg van Agrifirm in Veghel is zaterdag afgerond met een Top Varkensdag. Naast enkele korte inleidingen, een spectaculaire lasershow en het bekijken van de nieuwe technieken en planningssysteem was er volop ruimte om bij te praten. Zo’n duizend varkenshouders met hun gezinnen en medewerkers en andere genodigden kwamen zaterdag op het event af.
Bij de locatie van Agrifirm kan op een flexibele manier 750.000 ton varkensvoeders per jaar worden geproduceerd. Voorheen was dat ook ongeveer de productiecapaciteit, maar werden er heel wat minder verschillende varkensvoeders gemaakt dan nu. “Marktgericht en klantspecifiek werken vergt een flexibelere productie en meer wisselingen in de processen, waardoor het voer produceren in wezen inefficiënter is geworden”, vertelt Robin Blom, Agrifirm-bedrijfsleider in Veghel, tijdens de afdaling van de achtste en nieuwe op de fabriek geplaatste verdieping naar de begane grond. “Met de nieuwe voerinstallaties en verschillende productielijnen kunnen we nu uit de voeten met 700 verschillende recepturen. Voorheen draaiden we alleen batches van 6 ton, nu zijn dat batches van 2 en 5 ton. Daarom is ook het aantal opslagen met gereed product fors uitgebreid tot 52 silo’s.”
Er wordt circa 14.000 ton varkensvoeders per week geproduceerd op de Rijksweg 4, 5 en 6. Een groeiend gedeelte daarvan is Air Line. “Die gepatenteerde en unieke voerformule van Agrifirm is erg populair bij onze varkenshouders."
Restloos
Het automatisch nauwkeuriger en restloos toevoegen van premixen en andere voederadditieven is volgens Blom ook een groot winstpunt. “Met het doorblazen van de leidingen is het risico op versleping marginaal. Werken met spoelcharges is passé. Ook het handmatig bijstorten van kleine voedercomponenten is tot een minimum beperkt. Er is veel verbeterd op arbo-gebied.”
Met een team van 40 mensen worden de voerfabrieken 6 dagen per week 24 uur per dag draaiende gehouden. De aanvoer van grondstoffen gebeurt voor 80 procent via de binnenvaart en 20 procent wordt per as aangevoerd. “Om de logistieke kosten te drukken, liggen voerfabrieken daarom meestal strategisch aan het water én zoals hier ook nog eens pal naast de A50.”