Blijven werken aan diergezondheid en minimaliseren van het gebruik van antibiotica is de opdracht voor elke varkenshouder. Samenwerken in een project kan stimulerend werken. Overweeg daarom eens goed of deelname aan een van de twee op stapel staande projecten in de varkenshouderij passen bij uw ambities.
Afgelopen week riep GD zeugenhouders op om mee te doen aan hun project ‘Kritische succesfactoren’. In de praktijk gaan GD en Wageningen UR samen verdiepend onderzoek daarnaar uitvoeren. Dat gebeurt op verzoek van de POV en het Ministerie van LNV. In het project worden ‘kritische’ factoren naar boven gehaald die van invloed zijn op het laag houden en verder verlagen van het antibioticumgebruik op bedrijven met zeugen en biggen. Die onderzoeksinspanning zal handvatten moeten opleveren die een verandering in gang kunnen zetten op ‘hooggebruikende’ bedrijven met zeugen. Voor dit project kunnen GD en WUR nog enkele structureel laaggebruikende en enkele structureel hooggebruikende bedrijven met zeugen, zogende biggen en gespeende biggen gebruiken. Wel dienen het bedrijven te zijn met minimaal 500 zeugen. Bij structureel ‘laaggebruik’ geldt een dierdagdosering onder de 5 bij gespeende biggen in 2016 én 2017. Bij ‘hooggebruik’ is dat een dierdagdosering van boven de 18 in 2016 en 2017.
Optimaliseren diergezondheid
Ook het project ‘Optimaliseren diergezondheid’ in de varkenshouderij heeft lang niet het aantal deelnemers dat nodig is. In dat tweejarige project worden varkensbedrijven met een dierdagdosering boven de actiegrens intensief begeleid bij het verlagen van het gebruik van antibiotica. In het voorjaar van 2019 start het project en zullen deelnemende bedrijven een coach toegewezen krijgen. Dit project is onderdeel van de POV-onderzoeksagenda.
Janine Roemen, projectleider Team Dier bij ZLTO is medekartrekker van het Varkensgezondheidsproject: “We hebben plek voor tachtig varkenshouders en hebben er op dit moment slechts vijf. In april willen we met de eerste groep aan de slag gaan. We streven hierbij naar twintig bedrijven, waarna de overige later kunnen instromen. Maar hoe meer we er in april hebben, hoe beter.”
Varkenshouders enthousiasmeren voor projectdeelname is een lastige. Roemen: “Sectorpartners willen meewerken en zijn bekend met het project, maar varkenshouders zullen het toch echt moeten doen.”Varkenshouders met elke willekeurige diercategorie kunnen - ongeacht bedrijfsomvang - deelnemen. Wel moeten ze een dierdagdosering van boven de 20 bij gespeende biggen hebben of boven de 5 dierdagdoseringen bij vleesvarkens of zeugen met biggen.
De noodzaak om naar die waarden in antibioticagebruik te werken, is volgens Roemen keihard nodig gezien de gepubliceerde doelstellingen van de Stichting Diergeneesmiddelen Autoriteit (SDa). SDa en het ministerie van LNV vinden een dierdagdosering van 5 bij zeugen met biggen en vleesvarkens aanvaardbaar. “Maar bij speenbiggen is 20 dierdagdoseringen het voorlopige doel. Door als varkenshouders samen te werken aan het lager krijgen van het antibioticagebruik, kom je verder.”
Klik hier voor online informatie.