De paasdagen zitten erop en wat waren ze heerlijk. Voor het eerst weer buiten ontbijten, wat had ik dat gemist. Zelfs het eieren zoeken was weer gezellig. Ook de beurs in Venray was gezellig. De sfeer was goed en het was fijn iedereen weer te treffen en te horen waar een ieder mee bezig is. Zelf mocht ik op de beurs een lezing geven over misschien wel het mooiste stukje van het varkensbedrijf. Dan ben ik pas echt in mijn element. Het onderwerp was: ‘Wat kun je doen om ervoor te zorgen dat alle biggen de beste kansen in het leven krijgen?’
En het antwoord is eigenlijk best simpel. Je moet ervoor zorgen dat ELKE big voldoende biest opneemt. Dat is minimaal 250 ml in de eerste 24 uur. Maar wat kun je nu doen? Uit onderzoek dat GD afgelopen jaar gedaan heeft, blijkt dat lichte biggen (lichter dan 900 gram) vaker te weinig biest opnemen. Dat zal voor niemand een verrassing zijn. Uit hetzelfde onderzoek blijkt echter ook dat de laatst geboren biggen misschien nog wel een veel groter risico lopen op een te geringe biestopname. En dat kunnen prachtige biggen zijn die zwaar genoeg worden geboren.
Dat komt waarschijnlijk door het volgende. De hele baarmoeder van de zeug zit vol met biggen en om ze eruit te krijgen zal die baarmoeder moeten werken. Eigenlijk worden tijdens het werpen de biggen er door de baarmoeder één voor één uitgeknepen. En bij elke wee die die zeug krijgt, knijpt de baarmoeder samen en wordt de bloedvoorziening van de biggen die er nog inzitten wat dichtgeknepen. Het werpen bij een zeug kun je daarom bijna vergelijken met een marathon lopen voor zowel de zeug als de biggen. Dat betekent dat de biggen die aan het einde geboren worden, er zo’n beetje helemaal kapot en uitgeput uit komen. En dan moet het nog gaan beginnen. Die biggen moeten zich dan door een hele rij van broertjes en zusjes knokken om bij het uier te komen. Biggen die allemaal frisser zijn en die vaak al wat gedronken hebben en dus sterker zijn. En dat blijkt vaak niet helemaal goed te gaan.
Het moraal van dit verhaal is dus: besteed extra aandacht aan de kleine biggen EN aan de biggen die in de tweede helft van de worp worden geboren. Geef ze aandacht, leg ze niet onder de lamp, maar aan het uier. Ook al zien ze er sterk en groot uit. Samen zorgen we dat de kleintjes groot worden!
Manon Houben
Varkensdierenarts