Gespeende biggen halen de beste groei als het voer zo’n 12 gram lysine per kilo bevat. Daarbij is het wel nodig te zorgen dat de onderlinge verhouding tussen de aminozuren klopt en het voer niet te veel ruw eiwit bevat. Onderzoeksinstituut ILVO concludeert dit na een tweetal onderzoeken.
Lysine is het aminozuur dat het eerst beperkend is voor de spieraanzet van varkens. Een tekort aan lysine betekent dus dat de varkens hun maximale spieraanzet niet benutten en daarmee hun maximale groei niet behalen. Terwijl spieraanzet de meest efficiënte groei is: spieren bestaan namelijk voor een kwart uit eiwit en driekwart uit water. Spiergroei is daarmee veel efficiënter dan vetaanzet.
Onderzoek
Op het ILVO zijn twee onderzoeken uitgevoerd naar het effect van het lysinegehalte op de groei. In het eerste onderzoek zijn voeders met vijf verschillende lysinegehaltes gebruikt: 8,5 - 9,8 - 11 - 12,3 - 13,5 gram per kilo. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat de groei bleef oplopen bij een oplopend aminozuurgehalte. De groei steeg van 284 gram per dag bij 8,5 gram lysine per kilo voer naar 450 gram per dag bij 13,5 gram lysine per kilo voer. De voederconversie daalde daarbij van 1,67 naar 1,30.
Balans
De lage groei bij de lage lysinegehaltes heeft mogelijk te maken met een slechte balans tussen de verschillende aminozuren. Bij het lysinegehalte van 8,5 was bijvoorbeeld de verhouding tussen lysine en leucine 1:1,62. De biggen leken dat te merken en namen maar weinig voer op. Met als resultaat de sterk achterblijvende groei. In dit onderzoek werd geprobeerd de balans tussen de verschillende aminozuren goed te krijgen door het ruw eiwitgehalte te verhogen. Dat lukte dus maar ten dele en gaf vooral bij de lagere lysinegehalten een onbalans in de aminozuren waardoor de voeropname en groei achterbleven, net als de voerconversie. Daarnaast liep het totale ruw eiwitgehalte op tot 20 procent. Met meer risico op diarree door onverteerd ruw eiwit in de dikke darm.
Optimaal aminozuur
In de tweede proef werd het ruw eiwitgehalte vastgezet op 18 procent. De verhoudingen tussen de aminozuren werden optimaal gemaakt door het toevoegen van synthetische aminozuren. Daarbij werd inderdaad duidelijk dat een slechte balans tussen de aminozuren een flink effect heeft op de groei. Al bij het laagste lysineniveau was de groei 330 gram per dag en daarmee flink hoger dan in de eerste proef. De voeropname van de biggen was dan ook flink hoger. De groei bleef oplopen tot 446 gram per dag bij 12,3 gram lysine per kilo voer, daarna daalde die tot 429 gram per dag.
Laagste voerconversie
Ook voor de voerconversie was een lysinegehalte van 12,3 gram per kilo het optimum. Dit was in deze proef 1,36 bij 12,3 gram lysine per kilo voer. Bij 13,5 gram lysine per kilo liep de voerconversie weer licht op naar 1,38.
Uit deze proeven blijkt dat gespeende biggen de beste resultaten halen bij een lysinegehalte van 12,3 gram per kilo. Voor bedrijven die geen problemen hebben met diarree bij de gespeende biggen kan een lysinegehalte van 13,5 gram per kilo de beste keuze zijn indien dit geen hogere voerkosten veroorzaakt. Het ruw eiwitgehalte van het voer ligt dan boven de 20 procent. Is het bedrijf wel gevoelig voor diarree, dan is een lager ruw eiwitgehalte door gebruik te maken van synthetische aminozuren een betere keuze. De extra voerkosten moeten dan worden afgewogen tegen de kosten van diarree en andere mogelijke darmproblemen.
Meest gelezen
Blogs
'Pig butchering zien als voorbeeld'
19-12-2024
'En toen werd het stil…'
12-12-2024
'Een sterk team scoort!'
09-12-2024
Bedrijf in Beeld
Partners
Enten: zo laat als het kan, zo vroeg als het moet
MSD Animal Health
Zo waarborg je de kwaliteit van speenbiggen
Ceva Santé Animale
Natuurlijk voer besparen bij zeugen en biggen met robuustere darmen
Speerstra Feed Ingredients
Stelling
Loading