Ook in 2018 daalt inzet antibiotica

Ten opzichte van 2009 is de verkoop van antibiotica voor veterinair gebruik in 2018 met 63,8 procent afgenomen. De varkenssector realiseert afgelopen jaar een daling in het antibioticumgebruik van 0,4 procent. Het gebruik van derde keuze middelen is in de gemonitorde diersectoren weer zeer laag en in de varkenshouderij nul. 

De daling in de varkenssector is langzaam af aan het vlakken en is met die 0,4 procent bijna tot stilstand gekomen, concludeert SDa in haar jaarrapportage ‘Het gebruik van antibiotica bij landbouwhuisdieren in 2018’. De varkenshouderij komt daarmee uit op een antibioticareductie van een dikke 58 procent ten opzichte van 2009.

Colistine

Een punt van zorg betreft de toename van het gebruik van colistine (tweede keuze middel) met 29,7 procent. Bij de varkens is de toename 22 procent, maar het totale gebruik van colistine blijft voor de varkens ruim onder de door ESVAC ingevoerde benchmarkwaarden. Toch vindt SDa iedere stijging in colistinegebruik ongewenst.

Ook constateert SDa dat de gegevens van de verkoopcijfers van de FIDIN niet meer zo goed aansluiten bij de gegevens zoals die door de sectoren aan de SDa worden aangeleverd. Het SDa-bestuur heeft besloten samen met de FIDIN, de dierenartsen en diersectoren de mogelijke bronnen van dit verschil te onderzoeken. Hiervoor wordt een plan van aanpak gemaakt.

Bedrijven in actiegebied

Een punt van aandacht vindt de SDa de geringe teruggang in het aantal bedrijven dat in het actiegebied zit. Het aantal bedrijven met een hoog gebruik van antibiotica is ten opzichte van eerdere rapportages nauwelijks gedaald. Ondanks de inspanningen. Het SDa-bestuur dringt daarom aan om het beleid daar specifiek op te richten. Juist op deze categorie bedrijven is de meeste winst te behalen en is het risico op het ontstaan van resistentie het grootst. Ook zal met de in 2019 ingevoerde nieuwe benchmarkwaarden het feitelijke aantal bedrijven in het actiegebied toenemen. De actiegrens bij zeugen met zuigende biggen en bij vleesvarkens ligt bij 5 dierdagdoseringen en bij speenbiggen bij 20 doseringen.