De Nederlandse varkensslachterijen hebben het eerste half jaar 1 procent minder varkens geslacht in vergelijking met 2018. Opvallend is dat de totale varkensvleesproductie van de slachterijen wel licht is gestegen. De varkenskarkassen zijn dit jaar namelijk gemiddeld 1,44 kilo zwaarder en 0,16 procent vetter.
Over de eerste 26 weken van 2019 zijn er 7,77 miljoen varkens door Nederlandse slachterijen verwerkt. Dat zijn er 80.000 minder dan in eerste jaarhelft van 2018. Het gemiddelde geslachtgewicht komt uit op 98,65 kilo. Dat is 1,44 kilo zwaarder dan het jaar ervoor. Hierdoor komt de varkensvleesproductie dit eerste half jaar uit op 766.116 ton. In 2018 was 3.406 ton minder beschikbaar voor de verwerkers van varkensvlees.
Door het toegenomen slachtgewicht is het percentage mager vlees gedaald van 59,10 naar 58,94 procent. Het gemiddeld percentage mager vlees komt voor het eerst sinds 2012 weer onder de 59 procent mager vlees, blijkt uit marktcijfers van RVO.nl.
Export keldert
Dat het aantal in Nederland geslachte varkens nog redelijk op peil is gebleven, is te danken aan de opnieuw fors dalende levende export. Dit eerste halfjaar zijn 201.649 minder vleesvarkens de grens over gegaan in vergelijking met de eerste helft van 2018. Dit betekent een krimp van de levende export met bijna 20 procent.
Dit jaar is ruim 97,6 procent van de 852.880 geëxporteerde vleesvarkens geslacht in Duitse slachterijen. Vorig jaar was dat 97,2 procent van de 1,05 miljoen vleesvarkens die voor de export weg zijn gegaan.
Deze RVO.nl-cijfers bewijzen dat er minder vleesvarkens in Nederland worden geproduceerd.
Meer marktcijfers.