Uit een extra controleronde door de NVWA in het najaar van 2018 bleek dat met name de dosering van het ontsmettingsmiddel vaak niet goed was. De procedure van reiniging en ontsmetting verliep doorgaans wel goed. De NVWA benadrukt bij navraag dat ze wel controleren, maar dat de sector zelf verantwoordelijk is voor het goed uitvoeren van de reiniging en ontsmetting.
De extra controleronde is door de NVWA uitgevoerd vanwege de dreiging van Afrikaanse varkenspest. Daarbij is gecontroleerd op de reiniging en ontsmetting op slachthuizen, verzamelplaatsen, stand-alone wasplaatsen en bij varkenshouders. Nieuw was hierbij de monstername van de gebruikte ontsmettingsmiddelen. Verder heeft de NVWA gecheckt of de verplichte tweede reiniging en ontsmetting van veewagens afkomstig uit risicolanden is uitgevoerd.
Te lage dosering
Bij de ontsmettingsmiddelen constateerde de NVWA de meeste fouten. Dat was het geval bij 36 van de 79 monsters op slachthuizen, 10 van de 18 monsters op en 8 van de 13 gecontroleerde wasplaatsen. De meeste fouten betroffen een te lage concentratie ontsmettingsmiddel, meer dan 25 procent te laag. De NVWA noemt dat in het rapport kwalijk omdat de ontsmetting dan niet werkt en dat is met de huidige dreiging van Afrikaanse varkenspest natuurlijk ongewenst. Daarnaast was de dosering in 16 gevallen te hoog en werd twee keer en niet toegelaten middel gebruikt. Bij al deze bedrijven heeft de NVWA een boeterapport opgemaakt, wat betekent dat ze een boete krijgen en de dosering moeten herstellen. Het grootste deel van de bedrijven is dit jaar opnieuw bezocht door de NVWA.
Procedure meestal goed
De procedure van reiniging en ontsmetting was op de gecontroleerde verzamelplaatsen en wasplaatsen goed. Bij 6 van de 64 slachthuizen waren er tekortkomingen. Die werden hersteld en niet goed ontsmette veewagens werden opnieuw ontsmet. Op de wasplaatsen van de varkensbedrijven betrof het vooral overtredingen op punt van verlichting, opvang spoelwater, toegelaten middelen en grootte van de verharde plaat. Meestal was een schriftelijke waarschuwing voldoende, eenmaal is proces verbaal opgemaakt en de situatie onder toezicht van de NVWA hersteld. De wasplaatsen op varkensbedrijven blijven dit jaar onder de aandacht van de NVWA.
Controle tweede R&O aangescherpt
Sinds vorig jaar heeft de NVWA de administratieve controle op veewagens uit EU-risicolanden en derde landen aangescherpt. De controle is niet meer steekproefsgewijze, alle transporten worden gecontroleerd. Via een automatische koppeling met de registratie van de diertransporten in het Europese systeem Traces kan de NVWA zien of het bewijs van de tweede R&O tijdig is doorgegeven. Vorig najaar gebeurde dat in 45 van de 176 transporten (163 keer export, 13 keer import) niet op tijd. Na herinnering reageerden 43 vervoerders wel met het invoeren van de gegevens, twee waren te laat en kregen een waarschuwing. De vervoerders die niet tijdig hun gegevens tonen kunnen een (her)inspectie van de NVWA verwachten. Daarnaast houdt de NVWA geregeld veewagens staande en controleert daarbij op reiniging en ontsmetting en het bewijs van reiniging en ontsmetting.