Van nature zijn zeugen in het najaar minder vruchtbaar door de afnemende daglengte en koude nachten. Zoveel mogelijk uitschakelen van deze factoren helpt dan ook de nazomerdip te voorkomen. Dat is zeker nodig omdat het in de afgelopen hete zomer lastig is geweest om het conditieverlies in het kraamhok te beperken.
Voorkomen van een te groot conditieverlies is noodzakelijk om te zorgen dat de zeugen weer voldoende goede, uniforme eicellen kunnen produceren. Al tijdens de zoogperiode groeien de follikels waar de eicellen zich in kunnen ontwikkelen. Bij een groot conditieverlies staat de follikelgroei onder druk en daarmee de kwaliteit van de eicellen. Een te groot conditieverlies door een te lage voeropname in het kraamhok is niet zomaar te herstellen. Een hoog voerniveau tot insemineren helpt nog wel. En in de eerste maand van de dracht moeten de zeugen de kans krijgen om de conditie weer op peil te brengen.
Lichtschema ook in dracht
Om de nazomerdip te helpen voorkomen, is het nodig te zorgen voor een goed lichtschema in de inseminatiestal. Het standaardadvies is minimaal 16 uur per dag 100 Lux licht vlakbij de kop van de zeugen te hebben. Volgens Karel Grootaers van Ardol is het van belang het lichtschema ook na inseminatie door te zetten in de wacht-/drachtstal. Dus minimaal 16 uur licht en met een intensiteit van 40 Lux is nodig. Anders hebben de zeugen het idee dat het herfst wordt en kan dat aanleiding zijn tot verwerpen.
Een optimaal klimaat in de inseminatie- en drachtstal is een tweede factor die helpt. “”Houd de temperatuur constant tussen de 18 tot 21 graden”, zegt Grootaers. “Voorkom vooral grote verschillen tussen dag en nacht en voorkom tocht.”
Stofwisseling ondersteunen
Naast deze maatregelen kan extra aandacht aan de voeding rond insemineren helpen. Met voedingssupplement Lianol Ferti zijn de zeugen te ondersteunen. Het supplement ondersteunt de gevoeligheid van de stofwisseling van de zeugen voor de suikers in het voer. Grootaers: "De berigheid verbetert erdoor, evenals de kwaliteit van de eicellen. In meerdere proeven hebben we aangetoond dat hiermee het afbigpercentage toeneemt en het aantal terugkomers afneemt, net als het aantal verliesdagen. Het levend geboren stijgt met ruim een halve big.”