Zomerhitte vergt perfecte berigheidsstimulatie opfokzeug

Tijdens het webinar met als titel: vruchtbaarheidsmanagement, voorbereiden op de zomer, kwamen drie deskundigen uitgebreid aan het woord. Dat waren Tim Safranski, hoogleraar Animal Sciences van de Universiteit van Missouri, Rob Knox, hoogleraar Animal Scienes aan de Universiteit van Illinois en Fred Kuhr, Production Supervisor bij Dykhuis Farms.

De deskundigen waren het snel eens over de voorbereidingen op de zomer. In hun ogen is een goed vruchtbaarheidsmanagement erg belangrijk en moet er het hele jaar door en vooral in de zomer extra aandacht en tijd gaan naar de opfokzeugen.

Stimuleren is niet zelfde als controle

Een belangrijk punt is dat het stimuleren van de berigheid bij opfokzeugen iets anders is dan de berigheidscontrole bij de gespeende zeugen.

Berigheidscontrole bij gespeende zeugen is betrekkelijk gemakkelijk. De zeugen zitten allemaal in hetzelfde stadium. Ze hebben voldoende aan twee keer per dag, gedurende twee minuten per zeug contact met de zoekbeer.

Berigheidsstimulatie vergt veel

Voor het stimuleren van de berigheid bij opfokzeugen is veel meer tijd en aandacht nodig. Dat komt ook omdat opfokzeugen niet allemaal in hetzelfde stadium zitten. Langdurig beercontact is nodig om ze te stimuleren en te controleren of ze al berig zijn. Daarom de volgende adviezen:
• Zorg voor tien minuten per opfokzeug kans op contact;
• Fysiek contact is het beste, dus de beer tussen de opfokzeug;
• Eén zoekbeer per zes tot maximaal vijftien opfokzeugen;
• Voortdurende observatie en goed noteren van verschijnselen;
• Beter iedere ochtend uitgebreid stimuleren en controleren dan in de middag een tweede keer die je slecht uitvoert, zeker in de zomer;
• Het beste is als je opfokzeugen en de beer dagelijks naar een aparte ruimte brengt om de berigheid te stimuleren;
• Zorg dat de inrichting van opfokstal en inseminatiestal gemakkelijk werken mogelijk maakt, goede arbeidskrachten zijn schaars;
• Gebruik een eenduidig systeem voor het vaststellen van de berigheidsverschijnselen en geef medewerkers doelstellingen en verantwoordelijkheid;
• Leeftijd en gewicht bij start van de stimulatie is afhankelijk van genetica, richtlijn 170 tot 180 dagen met minimaal 150 kilo;
• De opfokzeugen mogen bij de eerste inseminatie niet te jong zijn, niet te oud, niet te licht, niet te zwaar, niet te mager, niet te vet en minimaal een cyclus hebben gehad, maar niet meer dan twee;
• Opfokzeugen die niet aan de criteria voldoen, kun je beter niet inzetten, die zullen hun leven lang minder goed produceren en de gemiddelde levensduur omlaaghalen;
• Eigen aanfok is voor de gezondheid en het management op je bedrijf in principe het beste. Maar heb je niet de tijd en aandacht hiervoor, koop dan opfokzeugen aan;
• Vraag bij aankoop naar de leeftijd van de opfokzeugen met daarbij het juiste gewicht;
• Opfokzeugen moet je goed blijven voeren, schakel niet zomaar ineens over van ad lib voeren naar beperkt voeren;
• Zet opfokzeugen in de inseminatiestal niet tussen oudere zeugen, dat geeft te veel stress;
• Laat opfokzeugen het liefst veertien tot achttien dagen voor eerste inseminatie wennen aan de boxen.