Op naar de 1.000 gram

De nieuwe TN Tempo-voermanual is gebaseerd op de resultaten van meerdere praktijkproefbedrijven met 100 procent TN70 en de jongste lichting eindberen.
‘De groei van 1.000 gram en een voerconversie van ruim onder 2,5 is een forse sprong voorwaarts ten opzichte van de 875 gram en 2,7 voerconversie van ruim acht jaar geleden’, zegt Chris Opschoor, manager Feed Group bij Topigs Norsvin. ‘Ze komen voor driekwart op het conto van de vooruitgang bij de TN Tempo en een kwart is voor rekening van de TN70.’
De resultaten zijn haalbaar op ieder vleesvarkensbedrijf met goede omstandigheden. Dat betekent volgens Opschoor minimaal één goed bereikbare eet- en drinkplaats per tien varkens. ‘Genoeg schoon drinkwater moet, want een varken drinkt 2,5 tot 4 keer zoveel als dat het eet.’
Verder moet er volgens Opschoor genoeg plaats zijn, 1 vierkante meter boven de 110 kilo. Gezondheid en klimaat zijn ook belangrijk. ‘De flink hogere groei betekent ook een hogere warmteproductie, dus aanpassingen aan het klimaat zijn nodig.’

Voedering in vijf fasen

De nieuwe voermanual is bedoeld voor zowel de varkenshouder als voeradviseur. De manual gaat uit van voedering in vijf fasen, omdat daarmee de voeding qua energie en eiwit het beste is af te stemmen op de behoefte. ‘Een flinke stap’, geeft Opschoor toe. ‘Maar heb je al drie voersoorten, dan kun je dat met goed mengen ook bereiken.’
Opvallend is dat de eiwitbehoefte per dag bij de start lager is dan vroeger. Door de praktijktesten is de behoefte beter afgestemd op de groei in de praktijk en minder op de theoretisch genetische mogelijkheid. Aan het einde is de energie- en eiwitbehoefte juist hoger dan vroeger.

Uit de praktijktesten blijkt dat de groei tot aan 130 kilo blijft stijgen. Acht jaar geleden daalde deze aan het einde nog wel, met meer kans op vervetten en een slechtere voerconversie. ‘Dat is niet meer zo’, weet Opschoor. ‘Daarom adviseren we nu om onbeperkt te voeren tot het einde, anders haal je er niet uit wat erin zit’, stelt Opschoor. ‘Wel kunnen de energie- en eiwitgehalten per kilo voer langzaam steeds lager, omdat de varkens meer eten per dag.’

Gescheiden opleg

Met gescheiden opleg van de vleesvarkens is het voer het beste af te stemmen op de verschillende behoeften van de dieren. Varkenshouders die vanwege de gezondheid het liefst tomen bij elkaar houden, moeten de samenstelling afstemmen op de dieren met de hoogste behoefte.
Belangrijk is dat de varkenshouder weet of de varkens ook de geadviseerde voerhoeveelheid halen. Bedrijven met een computergestuurde droogvoerinstallatie en brijbedrijven hebben daar goed zicht op. Bedrijven zonder zo’n installatie zullen het moeten meten.
Opschoor: ‘Als de varkens bijvoorbeeld drie weken lang gemiddeld 1,8 kilo per dag moeten eten en je hebt tweehonderd varkens in de afdeling, dan moeten ze 7,5 ton voer op hebben. Halen ze dat niet of hebben ze het sneller op, dan moet je in overleg met je adviseur de volgende voersoort aanpassen.’
Om te checken of de varkens genoeg eten, kunnen de varkenshouders en adviseurs gebruikmaken van de Topigs Norsvin Feed Monitor. Hier voeren ze de leeftijd, voeropname en voersamenstelling in, en dan is te zien hoeveel het afwijkt van de norm.
Zijn er verschillen, dan is het belangrijk om de oorzaak op te sporen. Heeft het te maken met opname, voerkwaliteit, gezondheid, klimaat, waterkwaliteit, enzovoort.

Klopt de voersamenstelling?

Zelfmengers en brijbedrijven moeten volgens Opschoor hun voersamenstelling scherp in de gaten houden. ‘Mengt de voermachine de juiste hoeveelheden, is het goed gemengd, ontmengt het weer snel? Zitten er voldoende eiwitten, energie, mineralen en vitaminen in? Neem minimaal een keer per maand een voermonster.
Brijbedrijven moet extra aandacht geven aan de bijproducten. Opschoor: ‘Hoe zeker ben je van de uiteindelijke samenstelling? Zeker de minder stabiele grondstoffen moet je iedere levering testen.’
Bij varkens die hard groeien en veel eten is de belasting van het maag-darmkanaal groter. Vanaf 70 kilo is het wenselijk om sojahullen, tarwegries of perspulp aan het voer toe te voegen. Genoeg structuur zorgt voor rust en voorkomt afwijkend gedrag.