Bigoverleving vorig jaar duidelijk verbeterd
De varkenshouders zijn er in 2019 in geslaagd om een groter aandeel biggen bij hun zeugen te spenen. De bigoverleving is gestegen van 86,6 procent naar 87,8 procent. Dat blijkt uit de cijfers van Agrovision die staan in de Kamerbrief over dierenwelzijn van landbouwminister Carola Schouten.
Volgens de minister zet de varkenssector stappen voorwaarts bij de verbetering van de bigvitaliteit. De sector werkt aan gezonde en weerbare biggen met zo weinig mogelijk uitval. Vorig jaar is het effect hiervan duidelijk geworden. Ondanks het stijgen van de toomgroottes is toch de uitval voor spenen gedaald. De uitval daalde met 9 procent van 13,4 naar 12,2 procent.
Uit een onderzoek door Wageningen Livestock Research over vroege sterfte bij biggen, kalveren en melkgeitenlammeren blijkt dat de biggensterfte in Nederland niet hoger is dan in andere landen.
Om de vinger aan de pols te houden, werkt de sector met het Actieprogramma Vitalisering Varkenshouderij aan een integrale benchmark diergezondheid en dierwelzijn. De zorg voor jonge dieren is een onderdeel van deze benchmark. Daarom komt er mogelijk een benchmarksystematiek voor de zorg voor jonge dieren.
De sterfte van jonge dieren zal een belangrijk onderdeel zijn van die systematiek. De sectoren en minister Schouten willen daartoe een onafhankelijke expertgroep onderbrengen bij de Stichting Diergeneesmiddelenautoriteit. De monitoring en het gebruik van benchmarks is succesvol geweest bij de aanpak van antibiotica.