Mens maakt het verschil bij bigoverleving
De mens heeft veel invloed op de bigoverleving in de kraamstal. Die stelling durft dierenarts en consultant Julie Ménard van grote zeugenintegraties in Canada wel aan. Een hoge bigoverleving bereiken, is volgens haar een kunst die je kunt leren.
Dat de mens het verschil maakt, laat Ménard zien aan de hand van de resultaten van twintig zeugenbedrijven. Die hebben allemaal dezelfde genetica, hetzelfde voer en dezelfde inrichting. Toch verschilt de uitval in de kraamstal fors.
Het slechtste bedrijf zit op 16,2 procent uitval, op het beste bedrijf is dat maar 7,3 procent. Dat is minder dan de helft. Dat verschil is volgens Ménard vrijwel volledig toe te schrijven aan de zeugenhouder en de medewerkers.
Invloed kraamstalmanager
Een ander duidelijk voorbeeld is het effect van de wisseling van een kraamstalmanager op de resultaten. De uitval in een kraamstal was eerst voortdurend rond de 8 procent. Met de nieuwe kraamstalmanager schommelde de uitval veel meer en steeg die naar bijna 11 procent.
De verschillen tussen de managers waren volgens Ménard duidelijk. De manager die vertrok slaagde erin om goed te letten op details, goed te observeren, het belangrijkste werk eerst doen en snel in te grijpen bij problemen. Daarom kon die veel meer biggen van hoge kwaliteit spenen.
Gewicht en speenleeftijd
Een derde voorbeeld is het effect van de verzorger op de speenleeftijd. Die speenleeftijd was in Canada en de Verenigde Staten vroeger 21 dagen, toen daalde die naar 14-15 dagen en steeg later weer naar 18-19 dagen.
Inmiddels is het doel 21 dagen met een minimum speengewicht van 6,2 kilo. Bij een vergelijking van negentien zeugenbedrijven met dezelfde genetica, voeding en inrichting blijkt dat er toch grote verschillen mogelijk zijn.
Speenleeftijd
Op achttien bedrijven was de gemiddelde speenleeftijd 21 dagen met een gemiddeld speengewicht van 6,5 kilo. Op het negentiende bedrijf liep een medewerkster rond die het onderste uit de kan haalde.
Ze slaagde erin om met dezelfde middelen een speenleeftijd van 25,3 dagen te halen en een gemiddeld speengewicht van 8 kilo. Deze goede resultaten werden onder andere bereikt door veel kennis van de melkproductie en voeding van de zeug en het management van de biggen.
Bigoverleving
Een hoge bigoverleving bereiken, ziet Ménard dan ook als een kunst. Die kun je door goed te observeren, steeds te verfijnen, fouten te corrigeren en nieuwe technieken toe te passen verbeteren tot bijna perfectie. Sommigen mensen zijn daarin dan echte artiesten, anderen moeten er nog aan werken.