Jurist De Rooij heeft zijn hart verpand aan agrarische sector
Een innemende man met werkhanden en diepgravende kennis van juridische zaken. Typerend voor Joost de Rooij en passend bij zijn clientèle: de ondernemers in de agrarische sector. In de wereld van de advocatuur beweegt hij zich keurig in pak gestoken. Soms spreekt hij plat Brabants en bij voorkeur praat hij in jip-en-janneketaal. 'Het gaat erom dat we elkaar begrijpen. Juridische uitspraken en regels om vergunningen te krijgen, zijn complex en talrijk. En het wordt erger.'
Met een opzichtige Ford pick-uptruck komt advocaat Joost de Rooij het boerenerf oprijden en stapt uit. 'Ik wil graag op een plek afspreken waar ik me comfortabel, thuis en welkom voel. Dat is bij een net Brabants familiebedrijf dat onderneemt in de varkenshouderij en de dialoog met de omgeving aangaat. Zo'n voorbeeldbedrijf is Van Asten Group in Sterksel.'
Na zijn handen te hebben ontsmet en zich netjes te hebben gemeld, wordt De Rooij naar een knusse overlegruimte geloodst. Coronaproof. Marko van Asten wipt even binnen voor een ontspannen praatje met zijn gasten. Na een kop koffie vertrekt hij.
Klantgericht
De Rooij is overduidelijk gewend om het gesprek aan te gaan met Jan en alleman. In jip-en-janneketaal geeft hij inzicht in zijn werkzaamheden als advocaat en partner van Linssen cs Advocaten. 'Spreken als Bram Moszkowicz kan en wil ik niet. Gewoon klantgericht zijn en zeggen zoals het is. Daar voel ik me prettig bij.'
Ik kick op het juridisch ontrafelen van een probleem: het krijgen van een vergunning is mooi meegenomen
De agrarische sector en in het bijzonder de varkenshouderij draagt hij een warm hart toe. 'Varkenshouders zijn in mijn ogen net iets meer ondernemend: ze denken in kansen. Ondanks dat activisten de pik hebben op de varkenssector, de toenemende polarisatie in de samenleving en de groeiende complexiteit van wet- en regelgeving, zetten ze door', stelt de advocaat. 'Wel is Nederland proceslustiger geworden.'
Zijn ei kwijt kunnen
Honkvast zijn, typeert De Rooij. Na zijn afstuderen aan de Universiteit Tilburg startte hij 1996 bij het advocatenkantoor in die plaats. Jac Linssen was destijds universitair docent procesrecht en tipte hem om eens bij zijn broer Theo aan te kloppen. 'Dat klikte meteen en ik kan mijn ei kwijt in het juridische uitpluiswerk. Elke klant en casus is anders en de regelgeving wijzigt voortdurend. Dus ik hoef niet van baan en werkomgeving te veranderen om scherp en alert te blijven.'
Had je De Rooij bij zijn carrièrestart voorgelegd dat zijn vakgebied in 25 jaar zoveel zou veranderen, dan had hij dat niet geloofd. De stapeling van regels en steeds wijzigende wetgeving hebben volgens hem een factor vijf meer aan regels opgeleverd waaraan boeren en tuinders nu moeten voldoen.
Zorgwekkend
'Dat is een zorgwekkende ontwikkeling. Gespecialiseerde adviesbureaus moeten dikke pakken papier opleveren en veel uren maken om een vergunning voor ondernemers in de agrarische sector verleend te krijgen. Het is allemaal complex, kostbaar en rechtsonzeker geworden', constateert hij. 'En ik vrees dat het erger wordt door koolstofdioxide- en methaanregelgeving die erbij gaan komen. De juridificering gaat steeds verder.'
Werk is een belangrijk onderdeel van De Rooij zijn leven. Bevrediging haalt hij uit het juridisch gelijk krijgen. 'Plat gezegd: ik kick op het juridisch ontrafelen van een probleem. Dat een veehouder dan zijn vergunning krijgt, is mooi meegenomen.'
Geen bètaman
Toch had De Rooij zijn loopbaan heel anders verlopen, als hij meer aanleg had gehad voor bètavakken. De zoon van een ambtenaar in Roosendaal was graag dierenarts geworden. 'Mijn opa van vaders kant had een boerenbedrijf met dertig koeien en twee trekkers. Dat fascineerde mij enorm', zegt hij. 'Helaas ben ik geen bètaman.'
De jonge Brabander koos voor de studie beleids- en organisatiewetenschappen. Het zag ernaar uit dat hij in de voetsporen van zijn vader zou treden met een baan bij de overheid. Maar ook dat liep anders. Het vak wiskunde vormde een struikelblok en even wist de student het niet meer. 'En wat doe je als je het echt niet meer weet? Dan ga je rechten studeren.'
Houthakkersoutfit
Elke dag gaat De Rooij goedgemutst aan het werk. Beroepsmatig gaat hij gekleed in pak, overhemd en stropdas. Maar zijn echte werkhanden verraden dat hij meer doet dan alleen kantoorwerk. 'Het liefst hijs ik me elk weekend in houthakkersoutfit. Als ik hout sta te klieven of met de motorzaag in de weer ben, kan ik mijn kop leegmaken', zegt hij.
'Het is heerlijk om fysiek bezig te zijn en met mijn McCormick-trekker, Liebherr-kraan of Unimog-vrachtwagen de bossen in te trekken om boomstammen te laden en kort te maken. Met mijn pick-uptruck voorzie ik de buurt van bigbags met haardhout. Dit handeltje is mijn uitlaatklep, net als het schrijven van prikkelende columns voor Boerderij. Ik ben niet bang voor boze of intimiderende reacties.'